Sallustius: De volgelingen van Catilina

Alinea 1:In zo'n grote en corrupte stad had Catilina iets wat zeer makkelijk was om te doen,bendes van alle criminelen en misdadigers als volgelingen. Alinea 2+3:want deze waren de dikste vrienden van Cat.:Ten eerste:alle onzedelijken,echtbrekers,gulzigaards,allen die met hun hand,buik,penis(asyndeton)de vaderlijke goederen hadden verspild;Ten 2de:Degene die grote schulden hadden opgestapeld om zich van schanddaden en misdrijven vrij te kopen;ten 3deBovendien alle moordenaars van overal,ketters,zij die veroordeeld waren door het gerecht,of die de rechtbank vreesden voor hun daden;ten 4de:Daarbij zij die in hun levensonderhoud voorzagen met hand en tong door meineed en burgermoord;Ten laatste:Allen die werden opgehitst door misdaad,armoede,schuldbewustheid. Alinea 4:En indien iemand nog vrij van schuld in zijn vriendenkring terechtkwam,werd hij gemakkelijk helemaal gelijk gemaakt aan de anderen door de dagelijkse omgang en lokmiddelen. Alinea 5:maar vooral streefde hij naar vriendschap met jongeren,want hun geesten,nog zacht en buigzaam door hun leeftijd,waren helemaal niet moeilijk in te palmen d.m.v listen.