I De oorzaken van de franse revolutie
1 Franse bevolking was ontevreden over
- de moeilijke levensomstandigheden
- sociale ongelijkheid
- afwezigheid van politieke inspraak
(Lodewijk XVI regeerde nog als een absolutist)
2 De burgerij wil de ideeën van de Verlichting realiseren
“Liberté, égalité, fraternité”
« Vrijheid, gelijkheid, broederlijkheid »
Nemen de VS als voorbeeld (1783 al een democratische onafhankelijke staat)
3 economische crisis (eind 18e Eeuw)
- financiële moeilijkheden van de staat, door de verspillingen aan het hof van Versailles en de oorlogen.
- Mislukte graanoogsten doen broodprijs stijgen è hongersnood bij de armen
II De Franse revolutie: Aanleiding en verloop (1789)
1 Aanleiding
Lodewijk XVI roept de Staten Generaal bijeen in 1789.
staten Generaal: een vergadering waarin de 3 standen vertegenwoordigt zijn.
Bedoeling vergadering: De 3 standen moeten een belastingshervorming goedkeuren.
Bedoeling Burgerij: algemene hervormingen realiseren & grondwet goedkeuren om de macht van de koning te beperken.
Reactie Koning: Hij weigert => opstanden breken uit.
2 Verloop
- de burgerij roept zichzelf uit tot nationale vergadering
- In Parijs bestormd de arme bevolking de Bastille op 14 juli 1789 (Nat feestdag Frankrijk) [Bastille = Staatsgevangenis: symbool v/d machtswillekeur v/d koning]
- Op het platteland plunderen de boeren kloosters en kastelen. (La Grande Peur)
3 Resultaten van de Franse Revolutie
a sociaal: adel & clerus doen afstand van hun privileges. b politiek: voorlopige grondwet
Verklaring van de rechten van de mens en van de burger
Inhoud: - afschaffen van de standen, gelijkheid v/d burgers voor de wet - volkssoevereiniteit: rechten en vrijheden voor de burgers (Vb.: Godsdienstvrijheid, pers, onderwijs, vrijheid v. vereniging) - Definitieve grondwet 1791
Frankrijk wordt een constitutionele monarchie met scheiding v/d 3 staatsmachten. · Constitutioneel = gebaseerd op een grondwet · Monarchie= Koning blijft staatshoofd (UIT TRADITIE) · Scheiding van de macht: * uitvoerende macht: Koning & ministers * wetgevende macht: 1 kamer gekozen op basis van cijnskiesrecht. (alleen wie een bedrag [gelijk aan 3 werkdagen] betaalde mocht stemmen => alleen voor burgerij ($$$$) [Kandidaten op lijst: loon van 10 werkdagen] * rechterlijke macht: verkozen rechters
Gevolg: de burgerij is de grote winnaar van de revolutie (NIET het gewone volk) c Economisch vlak: Door de wet ‘Le Chapelier’ worden de ambachten afgeschaft waardoor de vrijheid van de onderneming mogelijk wordt (economisch liberalisme). [Adam Smith] => wet ten voordele van de burgerij, nadelig voor de arbeiders. Verboden om te staken & vakbonden op te richten
d Religieus vlak: - kerkelijke bezittingen worden eigendom van de staat - geestelijken moeten de eed van trouw zweren aan de staat - godsdienstvrijheid
4 Moeilijkheden na de revolutie (1791 – 1799) - verdeeldheid tussen de revolutionairen - verdeeldheid t.o.v godsdienst - verdeeldheid t.o.v houding tegenover het volk
Kritiek & tegenstand werd op een gewelddadige manier onderdrukt. (Guillotine) Dictatuur van Robespierre: 1792: Koning en koningin onthoofd 1795: Robespierre onthoofd
a sociaal: adel & clerus doen afstand van hun privileges. b politiek: voorlopige grondwet
Verklaring van de rechten van de mens en van de burger
Inhoud: - afschaffen van de standen, gelijkheid v/d burgers voor de wet - volkssoevereiniteit: rechten en vrijheden voor de burgers (Vb.: Godsdienstvrijheid, pers, onderwijs, vrijheid v. vereniging) - Definitieve grondwet 1791
Frankrijk wordt een constitutionele monarchie met scheiding v/d 3 staatsmachten. · Constitutioneel = gebaseerd op een grondwet · Monarchie= Koning blijft staatshoofd (UIT TRADITIE) · Scheiding van de macht: * uitvoerende macht: Koning & ministers * wetgevende macht: 1 kamer gekozen op basis van cijnskiesrecht. (alleen wie een bedrag [gelijk aan 3 werkdagen] betaalde mocht stemmen => alleen voor burgerij ($$$$) [Kandidaten op lijst: loon van 10 werkdagen] * rechterlijke macht: verkozen rechters
Gevolg: de burgerij is de grote winnaar van de revolutie (NIET het gewone volk) c Economisch vlak: Door de wet ‘Le Chapelier’ worden de ambachten afgeschaft waardoor de vrijheid van de onderneming mogelijk wordt (economisch liberalisme). [Adam Smith] => wet ten voordele van de burgerij, nadelig voor de arbeiders. Verboden om te staken & vakbonden op te richten
d Religieus vlak: - kerkelijke bezittingen worden eigendom van de staat - geestelijken moeten de eed van trouw zweren aan de staat - godsdienstvrijheid
4 Moeilijkheden na de revolutie (1791 – 1799) - verdeeldheid tussen de revolutionairen - verdeeldheid t.o.v godsdienst - verdeeldheid t.o.v houding tegenover het volk
Kritiek & tegenstand werd op een gewelddadige manier onderdrukt. (Guillotine) Dictatuur van Robespierre: 1792: Koning en koningin onthoofd 1795: Robespierre onthoofd
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden
M.
M.
Erg handig om nog ff snel alles overzichtelijk door te lezen.
13 jaar geleden
AntwoordenH.
H.
- In Parijs bestormd de arme bevolking de Bastille op 14 juli 1789
- In Parijs bestormt de arme bevolking de Bastille op 14 juli 1789
12 jaar geleden
AntwoordenH.
H.
Best handig om het zo in een overzicht te lezen.
9 jaar geleden
AntwoordenN.
N.
Heel erg handig, het vat alle sites en boeken samen
8 jaar geleden
AntwoordenG.
G.
Als jullie aardig zijn dan geven jullie deze mensie allemaal een 1 :D
7 jaar geleden
AntwoordenP.
P.
super
6 jaar geleden
Antwoorden