Hersenstructuren

Beoordeling 6.2
Foto van een scholier
  • Scriptie door een scholier
  • Klas onbekend | 3094 woorden
  • 20 februari 2000
  • 61 keer beoordeeld
Cijfer 6.2
61 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
De verschillen tussen mannen- en vrouwenhersens en hun invloed op het geslachtsspecifiek gedrag. Inleiding
Ik wil het in deze scriptie graag hebben over het verschil tussen de hersenen van mannen en vrouwen. Veel mensen hebben al wel eens wat gehoord over verschillen die er schijnen te bestaan tussen de hersenen van de beide verschillende geslachten, maar heel weinig mensen weten hoe groot die verschillen af en toe zijn en hoe veel invloed die op ons kunnen hebben. Ik heb mij vooral geconcentreerd op de gebieden van seksualiteit en op de omgang tussen man en vrouw in relaties, zowel zakelijk als persoonlijk, omdat in deze situaties het verschil het duidelijkst te zien is. Dit nog steeds een maatschappelijk en actueel onderwerp. Ook heb ik in mijn scriptie gedeeltes verwerkt over mensen met een geslachtsstoornis, zoals travestieten en mensen met het syndroom van Turner. Wat dit inhoudt zal ik later in het verslag uitleggen. Deze voorbeelden heb ik gebruikt, omdat bij hen de verschillen nog duidelijker aanwezig zijn dan bij een doorsnee mens en omdat ze gebruikt kunnen worden om te illustreren dat er geen sprake is van afwijking door rolbevestigend opvoeden of andere externe invloeden, dat er wel degelijk sprake is van een biologische oorzaak. Ik zal in deze scriptie dat ook proberen aan te tonen; dat verschillen tussen man en vrouw niet zo zeer door onze maatschappij bepaald worden, maar dat ze vooral het gevolg zijn van biologische verschillen. Mijn onderzoeksvragen zijn; 1-Wat zijn de verschillen tussen de hersenen van mannen en vrouwen? 2-Hoe beïnvloeden deze verschillen het geslachtsspecifieke gedrag, dus het verschil in gedrag van man en vrouw? Ik hoop dat u het verslag met plezier zult lezen en dat u er nog wat van leert!! Paragraaf 1 Hoe ontstaan de verschillen? Als een eicel bevrucht is, duurt het nog zo’n zes à zeven weken totdat het geslacht van het kind zich begint te ontwikkelen. Elk normaal embryo heeft twee chromosomen; een potentieel jongetje een X- en een Y-chromosoom en een potentieel meisje twee X-chromosomen. Zo zijn zij uitgerust om een bepaald geslacht te krijgen. Maar dit alleen is niet genoeg om ook werkelijk een jongetje of meisje te worden! Als er een normale situatie is, zorgen de mannelijke hormonen die de vrucht na ongeveer zes weken aan gaat maken voor de geslachtsbepaling bij jongetjes. Bij een vrucht met een X- en een Y-chromosoom komen mannelijke hormonen vrij en daardoor ontwikkelen zich de mannelijke geslachtsorganen, bij een vrucht met twee X-chromosomen komt geen hormoon vrij, die ‘blijven’ dan een meisje. Als er echter tijdens de zwangerschap van de moeder nog in dit stadium iets fout gaat met de hormonen, wordt dit proces verstoord. Als de moeder bijvoorbeeld teveel mannelijke hormonen binnenkrijgt of aanmaakt, groeit het vruchtje met de twee X-chromosomen uit tot een jongetje! Dit verhaal gaat niet alleen op voor de lichamelijke verschillen tussen jongens en meisjes. Ook het verschil tussen de hersenen wordt hierdoor bepaald. De hersenen van het embryo ontwikkelen zich bij een vrouwtje vanzelf tot vrouwelijke hersenen. Bij jongetjes is dit anders; hun hersenen worden pas mannelijk door invloed van mannelijke hormonen, er is dus nogal veel werk nodig om dit tot stand te laten komen. Dit is de eerste keer dat hormonen zo’n grote invloed inoefenen op de wording tot man; de tweede keer is in de puberteit, ook dan worden de hormoonspiegels ongeveer vier keer zo groot als normaal. Niet bij elk mannelijk embryo maken de hormoonklieren genoeg hormonen aan om een goed mannetje te krijgen. Soms wordt er wel genoeg hormoon aangemaakt om de mannelijke
geslachtskenmerken te vormen, maar niet genoeg om de hersenen zich ook volgens het mannelijk patroon te laten ontwikkelen. Deze kinderen worden dan bij wijze van spreken geboren met vrouwelijke hersenen in een mannelijk lichaam. Ook het omgekeerde komt wel eens voor, dat een meisje wordt geboren met mannelijke hersenen. Hoe dit komt, zal ik later in dit verslag uitleggen. Vroeger waren er wel theorieën over de verschillen, maar men ging het pas echt onderzoeken aan de hand van kinderen die in de baarmoeder aan abnormale hoeveelheden hormonen hadden blootgestaan en via dierproeven. Er zijn geslachtsbepalingsproeven gedaan met ratten. Mannetjesratten komen ter wereld met geslachtsloze hersenen, pas na de geboorte ontwikkelt dit zich. Als een rat direct na de geboorte wordt gecastreerd, kunnen er geen hormonen bij de hersenen komen. De rat gaat dan typisch vrouwelijk gedrag vertonen, gedraagt zich zachtaardiger, onderwerpt zich aan mannetjesratten en neemt de zorg voor de kinderratten op zich. Hoe langer er wordt gewacht met het castreren, hoe minder invloed het heeft op het zich vrouwelijk gedragen van de rat. Na een bepaalde tijd is het kritieke stadium voor de hersenontwikkeling voorbij en zijn de hersenen al volgens hun speciale patroon ontwikkeld. Het castreren heeft dan vrijwel geen invloed meer. Ook andersom is deze proef uitgevoerd, bij vrouwelijke ratten bleken zich de hersenen na toediening van grote doses mannelijk hormoon volgens het mannelijke patroon te ontwikkelen, zij vertoonden dan ‘machogedrag”. Toen uit de proeven deze uitkomsten bleken te komen, gingen de onderzoekers zich bezighouden met verschillen in de hersenstructuur. In onze hersenen hebben we een gedeelte die zorgt voor het seksueel gedrag. Dit is de hypothalamus. (zie afbeelding 2) Afbeelding 2 Bouw van de hersenstam, Encarta 1998

Er bleken grote verschillen te zijn tussen de structuur van de hypothalamus van mannetjes- en vrouwtjesratten. Er waren verschillen tussen de lengte van dendrieten en axonen (de uitlopers van zenuwcellen die zorgen voor de elektrische overdracht van impulsen) en tussen de vertakkingspatronen. Bij de mannetjeszenuwcellen waren de dendrieten dichter van structuur en de celkernen waren over het algemeen groter dan bij de zenuwcellen van de vrouwtjes. Ook bij sommige zangvogels is het onderscheid tussen mannetjes en vrouwtjes gedrag in de hersenen terug te vinden. Het mannetje kan wel zingen en het vrouwtje niet, omdat zij in haar hersenen de daarvoor nodige neuronen mist. Het is dus duidelijk dat er grote verschillen ontstaan. Daarom zegt een Canadese psycholoog die veel onderzoek op dit gebied heeft gedaan dan ook; ‘De hersenen zijn een geslachtsorgaan.’ (bron: S Witleson, in onderzoeksresultaten) Nog duidelijker is dit te zien bij meisjes die het Turner-syndroom hebben. Zij hebben tijdens de zwangerschap helemaal geen invloed ondervonden van het mannelijk hormoon, en zijn overdreven vrouwelijk, hebben bijvoorbeeld vrijwel geen richtingsgevoel, zijn heel goed in taal en heel slecht in exacte vakken, willen graag een beroep in de verzorging en nog meer. Jongens die in de baarmoeder aan een grotere hoeveelheid vrouwelijk hormoon zijn blootgesteld, zijn rustiger en zachtaardiger dan hun leeftijdsgenoten, zijn vaak homoseksueel of transseksueel en niet geïnteresseerd in exacte vakken of technische dingen. Paragraaf 2
Wat zijn de verschillen? Onze hersenen zijn ingedeeld in een linker- en een hersenhelft, met elkaar verbonden door een groot aantal dwarsverbindingen. De ‘hogere processen’ (bron 1) gebeuren in de hersenschors, ook wel cortex genoemd. (zie afbeelding 3) Afbeelding 3, de functies van de hersenschors, Encarta 1998 Hier spelen zich dus het denken en voorstellen af, de dingen die ervoor zorgen dat wij anders zijn dan andere dieren. Onze linkerhersenhelft houdt zich vooral bezig met het spreken, schrijven en lezen, dus onze taalbeheersing. Ook vinden hier de logische denkprocessen plaats. De rechterhersenhelft houdt zich vooral bezig met kijken en begrijpen, hij zorgt ervoor dat we de weg naar huis kunne vinden. Hier vinden de abstracte denkprocessen plaats, en een deel van de emoties. De twee hersenhelften besturen de tegenovergestelde kant van het lichaam, dus de linkerhersenhelft de rechterkant van het lichaam en de rechterhersenhelft de linkerkant van het lichaam. Ongeveer dertig jaar geleden werden er voor het eerst aanwijzingen gevonden voorde verschillende verdeling bij mannen en vrouwen van de gebieden voor speciale hersenfuncties door de psycholoog Herbert Landsell (bron 1). Hij deed onderzoek bij een groep mensen die epilepsie hadden. Bij hen was als behandeling een gedeelte van de hersenen weggehaald. Landsell ontdekte dat deze ongreep, het weghalen van precies dezelfde gedeeltes van de hersenen, bij mannen en vrouwen een verschillende uitwerking had. De gebieden die voor ons taalbegrip zorgen en de gebieden voor ruimtelijk inzicht bleken zich bij vrouwen gedeeltelijk in de rechter- en gedeeltelijk in de linker- hersenhelft te bevinden. Bij mannen zaten die meer op elkaar gepropt in één gedeelte van de hersenen, namelijk ruimtelijk in de rechter- en taalkundig in de linkerhersenhelft. Later, toen er betere onderzoeksmethoden waren gekomen, maten onderzoekers de hersenactiviteit bij jongens en meisjes als aan hen hetzelfde ruimtelijke probleem werd voorgelegd. Bij jongens was alleen de rechterhersenhelft actief en bij meisjes beide. Jongens kregen betere resultaten als zij alleen hun linkeroog gebruikten, die brengt de informatie immers rechtstreeks naar hun rechterhersenhelft. Bij meisjes maakte het geen verschil met welk oog ze keken. Nou vraagt u zich misschien af wat het voor ons voor nut heeft als de gebieden in onze hersenen meer of minder gespreid zijn. Nu is het zo dat onze hersenen niet teveel informatie tegelijk kunnen verwerken. Als er verschillende informatie naar gebieden gaat die dicht bij elkaar liggen, storen ze elkaar, is het gelijke informatie, dan helpen de twee gebieden elkaar bij het begrijpen en verwerken van de informatie. Bij mannen zitten de gebieden voor kaartlezen en spreken bijvoorbeeld elk in verschillende hersenhelften. Bij vrouwen zitten die allebei gedeeltelijk in de linker- en gedeeltelijk in de rechterhersenhelft. Een man is er daarom beter toe in staat tegelijkertijd te praten en kaart te kijken, een vrouw lukt dit niet zo gemakkelijk. Hiermee is ook d te verklaren dat er meer mannen dan vrouwen goed zijn in wiskunde; bij mannen zit het wiskundig gedeelte vlak naast het gebied van het zien. Vrouwen proberen wiskundige problemen op te lossen met woorden, hun wiskundig gebied zit midden in het taalgebied. De mannenmanier werkt hier veel effectiever en sneller. Ook is te verklaren hoe het komt dat vrouwen over het algemeen een soort ‘zesde zintuig’ hebben. Zij hebben veel eerder dan mannen door hoe iemand zich voelt en zij begrijpen beter de dingen die achter de gezegde woorden zitten verscholen, kort gezegd, ze kunnen de emoties van een ander beter ‘ontvangen’. Het blijkt dat vrouwen foto’s met een emotie erop herkennen met beide ogen, en mannen vooral met hun linkeroog, omdat alleen hun rechterhersenhelft de emoties goed kan herkennen. Zij zijn dus eigenlijk een beetje sociaal gehandicapt. Daarom klagen zoveel vrouwen erover dat hun man niet begrijpt wat ze bedoelen, dat als ze vragen hoe het gaat en de vrouw: ’Gaat wel’ antwoordt, dat ze dan bedoelt dat het niet gaat! Vrouwen onder elkaar herkennen dit veel beter, zij praten dan ook graag om hun problemen kwijt te raken, mannen doen er liever iets aan. FUNCTIE HERSEN-GEBIED MAN VERSPREID OF BEGRENSD? HERSENGE-BIED VROUW VERSPREID OF BEGRENSD
Spreken en grammatica Linkerhelft voor en achter Verspreid Linkerhelft voor Begrensd
Woorddefinities Linkerhelft voor en achter Begrensd Linker- en rechterhelft voor en achter Verspreid
Emoties Rechterhelft Begrensd Linker- en rechterhelft Verspreid
Zien/ruimtelijk inzicht Rechterhelft Begrensd Linker- en rechterhelft Verspreid Afbeelding 4, de hersenorganisatie, bron 1
Meer algemeen is ook te zien dat vrouwen meer dwarsverbindingen bezitten tussen de tweehersenhelften dan mannen. Dit moet ook wel, want zij hebben vaker de gebieden voor een hersenfunctie verspreid over de twee hersenhelften zitten. Zij moeten dus sneller en effectiever informatie tussen de twee hersenhelften uit kunne wisselen. Paragraaf 3
De nature-nurture discussie
De verschillen die in de kindertijd al aanwezig zijn tussen jongens en meisjes, bijvoorbeeld dat jongens ruwere spelletjes doen en drukker zijn en meisjes rustig in een hoekje van het schoolplein staan te kwebbelen, worden op latere leeftijd alleen maar duidelijker te zien. Deze verschillen vielen natuurlijk ook de onderzoekers op. Nou waren er twee verschillende theorieën over hoe deze verschillen ontstaan zouden zijn. Een deel van de onderzoekers geloofde dat de verschillen ontstonden doordat de ouders jongens en meisjes verschillend (rolbevestigend) opvoedden. Zij speelden met jongens bijvoorbeeld meer doe-spelletjes en met meisjes meer praat- en denkspelletjes. Ook straften ze een meisje sterker als zij luidruchtig was dan een jongen. Hierdoor zouden op latere leeftijd de kinderen een geslachtsspecifiek gedrag gaan vertonen. Hier is wel wat voor te zeggen, want men ziet het overal om zich heen: met meisjes wordt anders omgegaan dan met jongens. Deze onderzoekers waren voorstanders van de nurture, de opvoeding als oorzaak. Andere onderzoekers meenden dat het verschil aangeboren was. Zij wezen op de verschillen in de hersenen, die al tijdens de zwangerschap ontstaan, dus nog voordat invloeden van buitenaf invloed kunnen hebben gehad. Al een paar uur na de geboorte zijn meisjes beduidend beter in staat om het gezicht van hun moeder te onderscheiden van het gezicht van vreemden, ook op foto’s (dus reuk of tast speelt hierbij geen rol). Zij leren sneller taal en minder snel rekenen. Ook al probeert men de kinderen zonder acht te slaan op het geslacht op te voeden, zoals gebeurde in de kibboetsen in Israël, dan nog komen de verschillen tussen de twee geslachten duidelijk naar voren. Deze discussie heeft op nog meer gebieden plaatsgevonden. Ook bij transseksuelen werd verondersteld dat zij van geslacht wilden veranderen omdat zij vroeger bijvoorbeeld seksueel misbruikt waren, een ongelukkige jeugd hadden gehad of felle ruzies met hun vader en daardoor een hekel aan hun eigen geslacht hadden gekregen. Ook hiervoor bestaan voor- en tegenargumenten. Een sterk tegenargument is dat een bepaald gedeelte in de hersenen, dat zorgt voor het sekse-gevoel, er bij normale mannen en transseksuele mannen anders uitziet. Er is onderzoek gedaan naar vier groepen proefpersonen, waarbij dit gedeelte in de hersenen werd bekeken bij een autopsie, een groep heteroseksuele mannen, een groep homoseksuele mannen, een groep transseksuelen mannen en een groep heteroseksuele vrouwen. Tussen homo’s en hetero’s bleek geen verschil ter zijn, maar dat gebied in de hersenen van de transseksuelen was veel kleiner dan die van de andere mannen. Het leek nog het meest op dat gebied bij de vrouwen, bij hen was het ook veel kleiner. De transseksuelen leken dus vrouwelijke hersenen te bezitten in een mannelijk lichaam. Zij voelden zich in dit lichaam dan ook nooit thuis. Afbeelding 5, het verschil tussen de BSTc gebieden (de gebieden voor het sekse-gevoel) bij: 1:heteroseksuele mannen
2:homoseksuele mannen

3:transseksuele mannen
4:heteroseksuele vrouwen
bron 5a
Eigen mening en conclusies
Toen ik hoorde dat we voor biologie een scriptie moesten maken, stond mij dit eerst nogal tegen. Ik zag mijzelf al verdiept in dikke boeken en moeilijke Duitse verhandelingen over het paringsgedrag van de sprinkhaan of zoiets dergelijks. Toen het bleek dat je behoorlijk veel vrijheid had in het kiezen van het onderwerp, dat het over een maatschappelijk probleem moet gaan en dat het actueel moest zijn, wist ik meteen waar ik het over zou gaan hebben: het verschil tussen de hersenen van mannen en vrouwen. Ik was op dit idee gekomen doordat ik een boek over dit onderwerp had gelezen, genaamd “Het grote verschil tussen man en vrouw”. Dit is een maatschappelijk probleem, dat kan niemand ontkennen. Vele vrouwen voeren strijd omdat zij vinden dat ze voor minder aangezien worden dan mannen, zij willen gelijke kansen en gelijke rechten. Nou zijn ze daar een heel eind in gevorderd en het onderwerp is al iets minder beladen dan het was. Eindelijk wordt er dan ook weer aandacht geschonken aan de onderzoeken die er zijn gedaan naar de werkelijke verschillen tussen mannen en vrouwen op biologisch gebied. Dat er lichamelijke verschillen zijn, weet een klein kind, maar dat er ook werkelijk verschil zit tussen de hersenen van mannen en vrouwen, is niet bij zoveel mensen bekend. Jammer genoeg is er bij veel onderzoekers angst om hun resultaten te publiceren, aangezien het de wind uit de zeilen van de feministes haalt; hun doel, absolute gelijkheid tussen man en vrouw blijkt niet haalbaar te zijn, hun hersenen zitten nu eenmaal anders in elkaar. Wat deze feministes over het hoofd zien, en dat is iets wat ik heel jammer vind, is dat mannen en vrouwen nu eenmaal door Moeder Natuur voor verschillende taken zijn uitgerust. Maar voor deze taken zijn zij dan ook prima geschikt. En er zijn genoeg dingen waarin vrouwen mannen voorbijstreven. Daarom denk ik dat het belangrijk is dat meer mensen dingen te weten komen over de hersenanatomische verschillen tussen man en vrouw, zodat er nu eens nuchter en wetenschappelijk naar de problemen in onze maatschappij kan worden gekeken en ze nu misschien ook verstandig opgelost kunnen worden. Bij mijn zoektocht op het internet naar informatie hierover viel mij ten eerste op dat er vrij weinig over het onderwerp te vinden was (zou de angst er toch nog steeds zijn?) en ten tweede dat er ontzettend veel te lezen was van feministes die klaagden over de maatschappij die hun kinderen, zowel jongetjes als meisjes rolbevestigend op zou voeden. In deze scriptie kunt u lezen dat het rolbevestigend opvoeden niet voorkomen kan worden, integendeel, het wordt zelfs door het kind uitgelokt. Waar ik wel even bij moet vermelden dat verschillende wetenschappers het hier nog steeds niet over eens zijn, het is het bekende nature-nurture probleem, wat is er belangrijker voor hoe een mens wordt, zijn aanleg of zijn opvoeding. Volgens mijn overtuiging is de aanleg belangrijker. Er zijn dus erg veel verschillen tussen mannen- en vrouwenhersenen. Ook hebben deze verschillen in grote mate invloed op het nogal uiteenlopende gedrag van mannen en vrouwen op bepaalde gebieden. Maar om er echt achter te komen wat er precies verschilt en hoe het de mens beïnvloedt zal nog veel meer onderzoek gedaan moeten worden. Literatuur en bronvermelding
1-Het grote verschil tussen man en vrouw, Anne Moir en David Jessel, Uitgeverij Zomer en Keuning, 1990
2-Inleiding in de psychologie 1b, deel 6 Ontwikkeling, Henry Gleitman, Open Universiteit, 1991
3-Kleine ontwikkelingspsychologie, Rita Kohnstamm
4-Internet: www.symposion.com , IJ TRANSGENDER, A sex difference in the human brain and its relation to transsexuality by J.-N. Zhou, M.A.Hoffmann en L.J.Goore, Graduate School Neurosciences Amsterdam (instituut voor hersenonderzoek). -www.telegraaf.nl, archief, Vrouw: drank en snoep, man: drank en sex. De Telegraaf is een Nederlandse krant, dit artikel komt uit het Telegraaf-archief. 5- Microsoft Encarta 1998, Encyclopedie, Winkler Prins editie. Samenvatting
Verantwoording van de werkzaamheden

De werkzaamheden waren in mijn geval niet verdeeld, aangezien ik deze scriptie in mijn eentje heb voorbereid en gemaakt. Voor informatie heb ik gesnuffeld tussen de oude psychologieboeken van mijn moeder naar informatie over de verschillen tussen mannen- en vrouwenhersenen. Verder heb ik gekeken op internet en op de cd-rom: Encarta 1998. Ik heb hier nog een opmerking bij: ik vond wel dat het wat veel werk was om in je eentje te doen, misschien dat het een goed idee is als u volgend jaar de leerling(en) die het in zijn eentje moet doen minder bladzijden of minder woorden laat inleveren!!

REACTIES

M.

M.

interessant

6 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.