Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Grondstoffenvoorraad

Beoordeling 5.8
Foto van een scholier
  • Opdracht door een scholier
  • 4e klas havo | 787 woorden
  • 12 april 2001
  • 54 keer beoordeeld
Cijfer 5.8
54 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Eind opdracht 1

Gegevens over de club van Rome


De club van Rome is in 1968 opgericht in Rome en ze zijn in Zwitserland geregistreerd als particuliere stichting.

De Club bestaat uit ongeveer vijftig geleerden en industriëlen uit ca. dertig landen. De voornaamste doelstellingen zijn: a. het onderzoeken of doen onderzoeken van de kwantitatieve en kwalitatieve samenhang van de wereldproblemen, en b. het in brede kring de aandacht vestigen op de ernst van de problemen, hun onderlinge samenhang en de noodzaak gecoördineerde maatregelen te nemen ter verbetering van de onevenwichtige situatie.

Onder auspiciën van de Club van Rome verscheen in 1972, onder redactie van D.L. Meadows, het rapport Limits to grow (Grenzen aan de groei), waarin o.m. gebruik gemaakt werd van het door J.W. Forrester ontwikkelde zgn. wereldmodel. Vervolgens verschenen a. het door M. Mesarovic en E. Pestel samengestelde rapport onder de titel Menschheit am Wendepunkt. 2. Bericht an den Club of Rome zur Weltlage. (De mensheid op een kruispunt), 1974; b. Mensen tellen (onder redactie van H. Linneman e.a. 1976); c. Reshaping the international order (naar een rechtvaardiger internationale orde, coördinator J. Tinbergen, 1976).


In 1991 verscheen het rapport De eerste wereldwijde revolutie, waarin grootscheepse ontwapening en een krachtig programma voor energiebesparing bepleit worden. In 1995 publiceerde de Club een rapport met de titel De natuur telt ook mee, naar een duurzaam nationaal inkomen.

Primaire grondstoffen

De primaire grondstoffen kunnen naar herkomst worden ingedeeld in:

a. Anorganische minerale grondstoffen;

b. Fossiele organische grondstoffen;

c. Hernieuwbare organische grondstoffen.

De onder a. en b. genoemde groepen worden samengevat onder de naam delfstoffen; de onder b. genoemde groep omvat de fossiele brandstoffen en wordt overwegend benut als energiegrondstof, maar is eveneens belangrijk als grondstof voor de vervaardiging van industriële basisproducten; de onder c. genoemde groep omvat de door levende organismen geproduceerde stoffen, waaronder de grondstoffen voor voedingsmiddelen een belangrijke plaats innemen. In principe is de wereldvoorraad van de onder a. en b. genoemde grondstoffen eindig, waarop vooral de aandacht is gevestigd sedert het verschijnen van het eerste rapport van de Club van Rome (1972). Zie ook wereldmodel. Voor verschillende belangrijke delfstoffen wordt gerekend met een economisch winbare wereldvoorraad waarvan de grootte overeenkomt met ongeveer 30 maal de huidige wereldproductie.

Deze verhouding blijkt in veel gevallen reeds gedurende een aantal decennia min of meer constant te blijven. Oorzaak hiervan is enerzijds dat de kostbare exploratieactiviteiten veelal worden afgestemd op de vraag, anderzijds dat de economisch winbare voorraad sterk afhankelijk is van de prijs en de winningtechnologie, die zich voortdurend ontwikkelt. Voor de meeste anorganische delfstoffen wordt dan ook gesteld dat op langere termijn geen vrees behoeft te bestaan voor uitputting, mede omdat vervanging door andere grondstoffen (substitutie) en terugwinning (recycling) tot de technische mogelijkheden behoren. Anders is het gesteld met de fossiele koolwaterstoffen (met name aardolie en aardgas), waarvan de toepassing als grondstof voor de petrochemische industrie slechts een fractie bedraagt van het gebruik als energiegrondstof.

De verhouding tussen koolstof en waterstof maakt deze grondstoffen aanmerkelijk geschikter voor de chemische industrie dan steenkool, dat arm is aan waterstof. Daarom lijkt het wenselijk een gedeelte van deze fossiele brandstoffen te reserveren als chemische grondstof. Voor dekking van de energiebehoefte op langere termijn moet nog een oplossing worden gevonden. Wanneer uiteindelijk de fossiele grondstoffen uitgeput zullen zijn, resteert slechts de mogelijkheid de noodzakelijke koolstof en waterstof te winnen uit de biosfeer of uit in de aardkorst aanwezige carbonaten; voor laatstgenoemde mogelijkheid is echter zeer veel energie nodig.De belangrijkste aan de biosfeer ontleende grondstoffen zijn plantaardige en dierlijke voedingsstoffen en hout, die beide een jaarverbruik hebben van ca. een miljard ton. De aarde heeft in principe een productiecapaciteit om nog enkele malen de huidige voedsel- en houtproductie voort te brengen. Heel erg rekbaar is deze echter niet meer wegens het benodigde landoppervlak.

Grondstoffenprobleem.

De huidige grondstoffenproblematiek bestaat uit drie onderdelen: a. de sterke prijsfluctuaties; b. de tot voor kort geleidelijke prijsdaling in verhouding tot fabrikaten, en c. het dalende aandeel in de wereldhandel. De naar verhouding grote prijsfluctuaties ontstaan doordat het aanbod zich veelal niet snel aanpast aan wijzigingen in de vraag en/of doordat het aanbod van jaar tot jaar onder invloed van het klimaat nogal sterk kan fluctueren.

Het aanbod stamt nl. vooral uit landbouw of mijnbouw, welke sectoren veel minder soepel zijn wat aanpassing van de productie betreft dan de industrie. De langzame afglijding van de prijzen van de primaire producten omstreeks 1970 was ten dele een kwestie van sterke productie-uitbreiding en van steeds meer besparing op het gebruik van grondstoffen door de technische vooruitgang in de industrielanden. Voor een ander deel was het een gevolg van de voortdurende loonstijging in de industrielanden, waardoor de prijzen in de grondstoffensfeer steeds meer achterbleven. Daarnaast speelde het opkomen van synthetische grondstoffen in de industrielanden een rol.

REACTIES

M.

M.

he roeland,
ik heb een vraagje over die keuzeopdracht van grondstofvoorraad die jij op scholieren hebt staan. Ik moet het over precies hetzelfde doen maar zou jij me kunnen zeggen waar jij de informatie vandaan gehaald hebt. Van welke site of uit welk boek ofzo.
Alvast bedankt groetjes.

22 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.