Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

China

Beoordeling 5
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • 3e klas havo | 6927 woorden
  • 16 maart 2001
  • 380 keer beoordeeld
Cijfer 5
380 keer beoordeeld

Inleiding
We houden ons werkstuk over China. We gaan dieper in op de revoluties en andere belangrijke gebeurtenissen aan het beging van de 20e eeuw. De probleemstelling die we hebben gekozen is: “Hadden de communisten met hun revoluties en oorlogen invloed op de samenleving in China?” We beginnen met de revolutie van 1911-1949 want dit is een belangrijke revolutie omdat de communisten hier aan de macht kwamen. Dit komt vooral door hun leider Mao Zedong. Door slimme setten te maken komt hij met de communisten aan de macht. We hebben daarom nog eens extra de opkomst van de communisten beschreven. Als de communisten eenmaal aan de macht gekomen zijn voeren ze het 5 jarenplan in. Dit is een plan om de economie te verbeteren de Sovjet Unie hielp met de wederopbouw van de producten.Als het 1e vijfjarenplan is afgelopen komt er een grote sprong voorwaarts. Hierin worden weer plannen gemaakt voor een betere economie. Hierbij word de nadruk gelegd op het verbeteren van mechanisatie en van de landbouw. Het werd echter een grote flop en mensen kwamen om van de honger. Nadat de grote sprong voorwaarts slecht was afgelopen kwam er een Culturele Revolutie. De culturele revolutie gaat over de ruzie tussen de Kwomintang en de CCP (Chinese communistische partij) daarin staat dat Mao Zedong de macht wil grijpen en zijn vrouw helpt hem daarbij door de rode garde op te richten. Dat zijn jongeren die van school worden gehaald om te helpen. In 1967 had deze revolutie het karakter van een burgeroorlog. Na deze revolutie keert de rust weer terug. In 1971 wil Lin Pao de macht grijpen maar dat mislukte. Er wordt later weer een vijfjarenplan gestart. Dit plan is eigenlijk een vervolg op het eerste vijfplan. Het vijfjarenplan wordt dan weer opgevolgt door een grote sprong voorwaarts (het 10 jarenplan) Mao Zedong overlijd in 1976 de nieuwe leider ging op dezelfde voet door als Mao Zedong maar ze weken op sommige plaatsen ook af. Staal industrie en landbouw producten moesten met een paar % omhoog. Zowel in de landbouw las in de industrie kwam er meer vrijheid. Boeren en bazen mochten veel van hun producten vrij verkopen op de markt als ze dat wouden. Deze vrijheid werkte stimulerend. De revolutie van 1911 tot 1949
Iedereen denkt dat de revolutie van 1911 voor China het breekpunt van het verleden was maar zoals velen niet wisten was dit pas het begin. Er kwam wel een nieuwe regering maar dat wil nog niet zeggen dat de samenleving compleet veranderde. Eigenlijk is 1911 het startpunt van een aantal veranderingen die 40 jaar lang de Chinese samenleving liet schudden. De communistische revolutie van 1949 kan dus als eindpunt worden beschouwd. De revolutionaire beweging die moest lijden van het Mandsjoe regime ontstond in de grote steden maar vooral in “CANTON” en in “SHANGHAI” waar de wat slimmere mensen van de bevolking complete hervormingen wilden. De leider in deze periode was Sun Yat-sen (1866-1925). Suns ideologie was vooral gericht op de val van het Mandsjoe regime. Toen de revolutie plotseling uit het niets kwam opzetten zat Sun in de V.S. en hij las het in de krant. Omdat Sun zijn ideaal niet kon waarmaken ontstonden er bepaalde groeperingen een soort van radicalisering die door een marxistische studiegroep is bedacht. De ideeën kwamen ook uit de Russische rev. Van 1917. De nieuwe idealen creëerden een nieuw uitgangspunt tegen het verleden en het Westerse Imperialisme. De communisten zagen dit als de grootste vijanden van het Chinese volk en Lenins theorieën maakten een wapen. Inmiddels was de politiek situatie van China er niet echt beter op geworden zeg maar gewoon dat het chaotisch was. Door een interne macht strijd het uitbreken van de 1e WO en de invloed van Japan was er van een krachtige regering geen sprake. Eigenlijk was de jonge regering een bal geworden voor generaals die beweerden dat ze een plaats hadden op de vrijgekomen troon. In provincies waren deze generaals gauw aan de macht gekomen. En meerdere keren betaalde de boeren bevolking een hoge tol in deze macht strijd. Er was nog wel een regering maar eigenlijk voerden de generaals een soort dictatuur uit over grote delen van China. Soldaten plunderden het platteland omdat er geen gezag meer was. Even heeft het er zelfs naar uitgezien dat er een nieuwe nationale beweging ontstond. De opgang gekomen culturele revolutie en het tegen vreemdelingen gerichte nationalisme leken hun krachten te bundelen in 1919 grote stakingen en boycot acties braken uit in de grote steden. Het samen gaan van beide partijen was maar heel kort. De tegenstellingen van beide partijen waren te groot en konden niet worden weg gewerkt. Intussen werd de situatie op het platteland steeds slechter. Het Chinese volk geloofde niet meer in de beloften van de regeringsleider en het was klaar om alles te doen om uit deze bar slechte situatie te komen. Na de dood van Sun Yat-sen werd langzaam duidelijk dat de tegenstellingen tussen de Kwomintang en de C.C.P tot een breuk moesten leiden. In April 1927 begonnen grote zuiveringsacties in SHANGHAI ook wel de witte terreur genoemd verspreidde zich snel over de rest van het land. Er werd een zware slag toegebracht aan het werk van de communisten. De orthodoxe visie van de ontwikkeling van de revolutie bleek onjuist te zijn. Desondanks bleef Stalin aandringen op het in stand houden van het Verenigd Front. Stalin zei dat het C.C.P te zwak was om alleen de val van de generaals te kunnen doen. Daarnaast moet zijn volharding op het Verenigd Front gezien worden als furieuze aanvallen van Trotsky op zijn China politiek. Het gevolg op deze blunder van Stalin was dat de C.C.P uiteindelijk een onafhankelijke weg ging onder leiding van een jong revolutionair MAO ZEDONG. Hij was maar een simpele boerenjongen maar toch zou hij de geschiedenis van China een beslissende wending geven. Zijn revolutionaire tactiek maakte hij bekend tijdens werkzaamheden in de provincie Hunan waar hij door het C.C.P en de Kwomintang naar toe was gestuurd. De ervaringen die hij hier opdeed vormden een grondslag voor de Chinese visie op het communisme. De kern er van werd gevormd door “zijn” opvatting, dat de revolutie zich in de eerste instantie op het Chinese platteland moet voltrekken met de massa van de boerenbevolking als stuwende kracht. In zijn eerste maatregelen schreef Mao Zedong in 1927:,,De huidige opleving van de boeren beweging is een geweldige gebeurtenis.” In zeer korte tijd zullen de centrale, noordelijke en zuidelijk provincies van China honderden miljoenen boeren oprijzen als een wervelstorm. Een kracht zo snel en heftig dat geen macht hoe groot ook in staat zal zijn om hun te kunnen stoppen. Deze visie betekende ook een verandering in de traditionele communistische opvatting. Dat de stedelijke arme mensen het middel zou zijn waardoor de revolutie tot stand zou moeten komen. Mao Zedong trok van het platteland naar de stad. Zijn tactiek is de omsingeling van de steden. Iets anders in het denken van Mao is het idee van totale oorlog. De landelijke gebieden moesten van het revolutionaire leger van de nodige dingen worden voorzien. Niet totale vernietiging van de vijand stond voorop maar wel de volledige beheersing van het landelijke basisgebied. De Chinese communisten hadden de eeuwen oude Chinese bron voor revolutionair geweld ontdekt en daar maakten ze ook gebruik van. De agressie van de boeren werd gebundeld en het werd als een soort wapen gesmeed. In september 1927 begon Mao Zedong met de organisatie van het “RODE LEGER” . Het waren vooral door de boerenbevolking samengestelde sovjets die zich met een guerrillatechniek tegen de aanvallen van de nationalisten (kwomintang) verdedigden. Door deze dingen werd het gebied van Mao Zedong niet doorkruist door de orthodoxe maatregelen van de C.C.P, dat nog steeds onder de invloed van Moskou stond. Pogingen om in de steden aan de macht te komen d.m.v een opstand mislukten en vanaf dat moment leek het erop dat de communistische beweging in 2en zou splitsen. Dit werd versneld doordat Moskous aandacht op deze beweging minder werd dit kwam door ontwikkelingen op het internationale politieke vlak. Zo ontstond er een groep communisten die zich min of meer nog richtte op de wensen van Moskou en een groep communisten die zich gingen concentreren op Mao Zedong en Chuteh. Op het eerste panCinese congres van de Sovjets. In 1931 in Juichin werd een Verenigde Chinese Sovjet Republiek gesticht. Het congres wees Mao Zedong aan als voorzitter van het Centrale Uitvoerende Comité. Het gebied was voor het grootste gedeelte gelegen in Zuid China. In deze gebieden werd al een begin gemaakt met de aanpak van het agrarisch probleem. Confiscatie en herverdeling van land waren de grondbeginselen van de communistische agrarische politiek. Het resultaat hiervan was echter uitschakeling van de klasse van de landheren en rijke boeren. Ondertussen konden deze hervormingen van Mao niet gebeuren in stilte. De hele tijd werd het gebied van de Sovjetrepubliek aangevallen door de regeringsleiders. Hoewel Chiang Kai-shek er in 1933 nog niet in geslaagd was de communisten te stoppen lukte het hem met de hulp van de Duitse strategen op het eind van het jaar wel het gebied economisch van de rest van China af te sluiten. De oplossing van de communisten was een lange mars; een tocht van 10.000 km en deze ging voor een groot deel door ruig bergterrein naar het noorden van China naar de provincie Shensi. Honderd duizenden aanhangers van Mao begonnen aan deze onmenselijke tocht zoals Edgar Snow die naar schattin 5 besneeuwde bergtoppen, 13 kleinere gebergten en 24 rivieren heeft overschreden. De tocht die in 1 jaar duurde werd overleefd door slechts 20.000 mensen overleefd. De betekenis van de lange mars voor het verdere verloop en het karakter van het Chinese communisme kan bijna niet overschat worden. Ten eerste worden de communisten vanaf de lange mars gezien als helden van China ondanks alle pogingen van de kwomintangpers het nieuws van de communistische vorderingen te verzwijgen. Ten tweede moet er gewezen worden op gunstige invloed van de lange mars op de communistische vorderingen. Maar dit ging niet helemaal vanzelf. De partij leiding organiseerde in Yenan een straffe herscholingscampagne waar tienduizenden zich aan moesten onderwerpen. Door deze beweging hoopte Mao de infiltratie van verkeerde denkbeelden tegen te gaan. Ondanks de tegenstellingen tussen de kwomintang en de C.C.P gingen ze toch samenwerken. Om deze samenwerking mogelijk te maken hadden de communisten hun eisen van complete hervorming verzacht. Men begon met de opbouw van dorps organisaties en deze werden een uitgangspunt voor duizenden guerrilla acties tegen de Japanners. De Japanse dreiging was ongeveer aan het begin van de dertiger jaren realiteit geworden. Want door hun snel groeiende bevolking zochten ze “levensruimte” en zij vonden het op het vaste land van Azië. Hier hadden zij in 1931-1932 het delfstofrijke Mandsjoerije van hun gemaakt en ze kwamen daar via Noord China binnen. Om in 1937 ten zuidwesten van Peking oorlog te gaan voeren met China. Naarmate de militaire macht van de guerrilla’s opererende communistische legers toenam stelden ze meer grens bestuur in. Daardoor vergrootte de spanningen zich met het doorgaan van de oorlog zo erg dat er rond 1940-41 slechts sprake was van een gewapend bestand. De C.C.P en de kwomintang waren daarmee begonnen met het kiezen van strategisch gunstige posities voor een naoorlogse machtsstrijd. Die toen als onvermijdelijk werd beschouwd. Het was duidelijk dat Mao Zedong sterke troeven in handen hield door de fantastische manier waarop de communisten zorgdroegen voor de organisatie van hun gezag in de door hen beheerste gebieden. Het zogenaamde Peabody rapport van de Amerikaanse Militaire Inlichtingen dienst gebaseerd op een onderzoek naar de ontwikkelingen in China. Rond 1944 vermeldde reeds de opmerkelijke uitbreiding van het communistische gebied vanaf 1937. In 1937 beheersten de communisten ca. 95.000 km waarop ongeveer 1.5 miljoen mensen woonden. In 1944 was dat gegroeid tot ca. 560.000 km2 met 85 miljoen mensen. In 1945 begon dus de wedloop om de macht tussen Mao Zedong Chiang Kai-shek die in 1946 tot een burgeroorlog leidde. Chiang Kai-shek zat al gelijk in een nadelige positie. Zijn bewind had zich in de laatste 20 jaar niet erg populair kunnen maken en werd voortdurend aangevallen door de communisten de generaals en de Japanners. Daarnaast moesten ze zich met activiteiten van Moskou bezighouden. Ook militair strategisch waren de nationalisten in een nadelige toestand waar de communistische legers veel meer dan zij vertrouwd waren geraakt met het wapen van de guerrilla. Ondanks de vele hulp van de Amerikanen in de vorm van wapens en leningen aan de kwomintang wonnen de communisten steeds meer waar bij grote aantallen door de Amerikanen bijna volledig uitgeruste nationalistische divisies gevangen werden genomen. In januari 1949 werd Peking veroverd, Shanghai in mei en op 15 oktober gaven de nationalisten op. Op 10 oktober had Mao Zedong de Chinese volksrepubliek al uitgeroepen. De nationalistische troepen waren zich op dat moment aan het terug trekken op nieuwe plaatsen op Taiwan waar Chiang Kai-shek in december 1949 Taipei tot nationale hoofdstad van China verhief. Vanaf dat moment moest de wereld rekening houden met het bestaan van 2 China’s . De opkomst van de communisten

Mao Zedong was een Chinees revolutionair en partijleider, afkomstig uit een familie van kleine boeren. Hij was de vader van het Chinese communisme. In juli 1921 nam Mao deel aan de oprichtingsvergadering van de Chinese Communistische Partij (CCP) in Peking. In okt. 1921 werd hij secretaris van de CCP in Hunan, waar hij zich wijdde aan de opbouw van partij en vakbeweging. Bedreigd met arrestatie vluchtte Mao in 1923 naar Sjanghai. Op het derde congres van de CCP in 1923 werd Mao in het Centraal Comité gekozen. Bij de totstandkoming van het bondgenootschap tussen Guomindang en CCP in 1924 werd hij een van de zes communistische leden. Hij werd ondermeer het hoofd van het opleidingsinstituut van de boerenbeweging in
Quangzhou (provincie in het zuiden van China). Vele boeren geloofden in het communisme door zijn rustige houding en zijn goede toespraken zij vertrouwden hem. In 1927 schreef Mao zijn beroemd geworden Rapport over een onderzoek naar de boerenbeweging in Hunan, dat het uitgangspunt zou vormen voor China’s meest geschikte vorm van revolutie. In 1927 probeerde Mao opstand op te stoken in kleine provinciesteden. Dit lukte hem echter niet. Hij vluchtte daardoor naar de provincie kiangsi . Daar begon Mao een kleine oorlog (guerrilla), samen met de troepen van Tsjoe Te. In dat zelfde jaar kwam er een breuk tussen de CCP en de kwomintang. Tussen 1930 en 1934 voerde Chiang Kaisjek (leider van de nationalisten die toen nog aan de macht waren) 5 vernietigingscampagnes in op de communisten. Ca.100.000communisten, militairen en burgers werden in het nauw gedreven. In oktober 1934 besloten ze weg te gaan uit hun provincie. Zo begon de legendarische lange mars. Ze werden achtervolgd door het leger van Chiang Kaisjek. De communisten legden in deze lange mars een afstand af van 9600 kilometer, dikwijls moesten ze over bergen en door rivieren. Eind 1935 bereikten de overgebleven eenheden van de communisten onder leiding van Mao de noordwestelijke provincie Shaanxi, waar hij zijn hoofdkwartier in Yan'an vestigde. In deze jaren gaf Mao aandacht aan zijn politieke en militaire theorieën, bestudeerde hij het marxisme en schreef hij over de democratie. Mao maakte plannen voor een verenigd front tegen de Japan. Hiervoor sloot hij weer bondgenootschap met de kwomintang. In 1936 werd Chiang Kaisjek door voorstanders van een verenigd front gekidnapt. Door bemiddeling van de CCP werd hij weer vrijgelaten. Zo ontstond er een samenwerking tussen de communisten en nationalisten. Het gaf de CCP ook weer meer macht in China. Met de oorlog tegen Japan begon in de zomer van 1937 voor China de Tweede Wereldoorlog, die daar acht jaar zou duren. De samenwerking tussen kwomintang en CCP hield weer niet lang stand. Ze beschuldigden elkaar ervan, dat ze meer tegen elkaar vochten dan tegen Japan. Toen in jan. 1941 een kwomintang -generaal 4000 communisten vernietigde werd het bondgenootschap definitief verbroken. De regering was niet tegen de Japan opgewassen , ze vertokken westelijk naar Chongqing. China kreeg steun van Engeland en Amerika. Van de wapens die China had werd er niets aan de communisten besteed. De communisten konden in deze oorlog wel veel propaganda maken en kregen nog meer aanhangers. Na een poging van de Amerikanen (onder leiding van George L. Marchall) om Mao en Chiang Kaisjek weer bij elkaar te krijgen, ontstond er weer ruzie tussen Mao en Chiang . Een nieuwe burgeroorlog was hier het gevolg van. In 1949 werd Chiang Kaisjek verslagen en verdreven naar Formosa, waar hij vermoord werd door soldaten van het rode leger. In hetzelfde jaar werd China tot volksrepubliek uitgeroepen en werd Mao aangesteld als president. Miljoenen boeren kregen stukjes land aangewezen, die later (net als in de Sovjet-Unie) werden samengevoegd tot grote collectieve boeren bedrijven. Mao was niet meer van zijn plek weg te slaan als leider van China doordat de andere partijen afschaft werden en daarna zelfs verboden werden. Mao veranderde de wet over het presidentshap zodat een nieuwe president minstens 45 jaar oud moest zijn en de positie als president maximaal 10 jaar mocht vertegenwoordigen. Mao bleef vanaf 1949 tot 1959 president. Na zijn dood in 1976 bleef China communistisch
Hoe nu verder onder leiding van de communisten? Toen de communisten dan eindelijk in 1949 aan de macht kwamen stonden ze al gelijk voor een groot probleem. Namelijk de slechte economie in China . Ze probeerden binnen 10 jaar de economie en de macht binnen China op te krikken. Ook probeerden ze de buitenlandse invloed te vernietigen. Met de economie in China was het in die tijd zeer slecht gesteld. Een stuk grond wat de nationalisten in 1948 voor 25 cent nog hadden gekocht, kostte in 1949 nog minder als 1 cent. Dit kwam door de inflatie die er in China heerste. Ook de verbindingswegen waren vernietigd. Bruggen waren opgeblazen, schepen waren tot zinken gebracht en in het hele land waren fabrieken tot stilstand gekomen. Dit kwam grotendeels door de oorlog tegen Japan. In 1949 vertrok Mao voor zijn eerste buitenlandse reis naar Moskou, waar de moeizame onderhandelingen met Stalin over Russische hulpverlening en o.a. de terugtrekking van Russische troepen uit China. Mao kwam terug in China met een lening van 300 miljoen gulden. Dit gaf de regering weer moet om nieuwe plannen te maken om China er weer bovenop te krijgen. Even later was de inflatie al gauw onder controle en waren 90% van alle spoorwegen alweer in bedrijf. Toen alle economie weer een beetje begon te lopen kwam er een einde aan de milde behandeling. De communisten werden onbeleefd tegen de achtergebleven Amerikanen. Ze waren eveneens meedogenloos in het opruimen van overgebleven groepen van de kwomintang. De grootste sociale en economische ingreep vond plaats in 1950. Er kwam een landhervormingswet. Dit hield in dat iedere, grote of minder grote boeren een stuk grond toegewezen kregen. Over ongeveer 300 miljoen boeren werd 46,6 miljoen hectare verdeeld. Dit betekende dat ieder persoon , mannelijk of vrouwelijk, boven de 16 jaar recht had op een stuk grond van minimaal 0,15 a 0,20 hectare. Dit betekende in de praktijk dat een gezin van 5 personen boven de 16 recht hadden op een stuk grond van 1 hectare. In 1952 werd bepaald dat particuliere bedrijven zich niet mochten uitbreiden, niet het bedrijf verkopen, geen arbeiders ontslaan en geen lonen verlagen. Dit was goed voor het zelfvertrouwen van de arbeider. Om extra druk te zetten en betere werkprestaties te krijgen begon in het voorjaar de zogenaamde Vijf-Anti Beweging. Hierbij zocht een arbeidscomité naar mensen die zich schuldig hadden gemaakt aan de “5 kwaden.” Dit hield in dat een groep mensen opzoek gingen naar mensen die zich schuldig hadden gemaakt aan: omkoperij, belastingontduiking, diefstal van staatseigendommisbruik, bedriegen op regeringscontacten en stelen van economische informatie. Hierbij werden +/- 350.000 bedrijven schuldig bevonden aan 1 of meer overtredingen. Vele mensen werden gedood of naar arbeidskampen gebracht. Na een tijdje nam de terreur af en de bedrijven draaiden al weer goede zaken. Het wegennet werd weer goed hersteld. Oftewel de economie was weer op de goede weg. Het 1ste vijfjarenplan van 1953 tot 1957
Het 1ste vijfjarenplan begon met een Chinese ontwikkelingspolitiek. Russische deskundigen hadden dit bedacht, die geheel uitging van een centraal economisch plan, waarin de groeipercentages vastgelegd werd voor 5 jaren tevoren over de economische sectoren. Er werd dus bedoeld dat er meer geproduceerd moest worden. Dit hele 5 jarenplan was juist tegenin wat Mao Zedong wou. Mao had hele andere ideeën. Mao Zedong was een grote voorstander van periodieke massabeweging die de bevolking in een constante staat van revolutiejaren van opwinding en opoffering moest houden. Van Rusland kon niet werden gezegd dat ze een kapitaal kon geven en konden spreken van een totale financiering. Rusland leverde toch aan China een uitrusting van 300 fabrieken ter waarde van $3 miljard en zorgde voor de administratieve en technische zaken, zodat het doeleinde van China waren dat China alleen nog moderne staalfabrieken, elektrische centrales, machinefabrieken, vliegtuigfabrieken, chemische fabrieken en fabrieken voor het maken van landbouwmachines nog over bleven. Dus China kreeg een hele complete industrie aangeboden door Rusland. Door alle productieve kracht die er zou ontstaan door de regering moest de productie de welvaart verhogen. Mao wou zo verkomen dat hij de macht kwijt zou raken en zo dat hij de samenleving aan de top zou komen. Dat mocht van Mao niet gebeuren. Volgens vele oud-leiders was dit het hoogtepunt van de “Gouden Jaren Vijftig.” Rusland had dus na de 2de Wereldoorlog een goeie interessante exportmarkt voor zware producten. Rusland zag alleen de landbouw maar als voedingmiddelen en arbeidskrachten. Zo kregen de Chinese boeren bevrijd van de lasten van pacht - en schuldverplichtingen uit de periode vóór 1949 de verplichtingen dat ze de vorm van het opeisen van een deel van hun oogst af moesten staan aan de regering. In 1954 bestonden vele boerenfamilies van de wederzijdse bijstand. Ze moesten volgens de productiewet de helft afstaan en ze moesten zorgen dat bodemerosie werd voorkomen. In 1956 zou het een groot succes worden voor de boerenbevolking, omdat dat jaar een hele goeie oogst werd verwacht. Er kwam een terugslag van de ijver van de landbouwbevolking. De resultaten vielen toch een beetje tegen en wat dus bij de boeren niet helemaal goed viel. Ook brak er in de stad onrust uit. De periode die niet zo heel goed ging werd ook wel genoemd naar de “Honderd Bloemen”. De economie van het 1ste vijfjarenplan was erg goed geweest. De economie was gestegen met 5 á 6 % Dit was gekomen door de hogere investeringsgroei. De industrie profiteerde daar erg goed van. De landbouw investeerde er 8% aan en de industrie profiteerde er 75% van. De landbouw moest in 1957 bijna de helft van hun productie inleveren aan de regering. Ze moesten 47% van hun productie inleveren. China begon dus aan de industrialisatie. De Sovjet-Unie was dus een grote steun voor China. China veranderde in een keer met hele grote gebieden met industriële gebieden. De arbeiders werden alleen maar beter naar dat deze industrialisatie was gekomen. De arbeiders werd eerder niet veel tijd aan besteedt, maar nu werd er toch meer aandacht aan besteed, omdat de arbeiders werden verzorgd vanaf dat ze in de wieg lagen totdat ze in het graf lagen te rusten en ook kregen de arbeiders ook nog onderdak verschaft door de fabrikant. De arbeiders hadden nu eigenlijk een streepje juist voor op de bevolking, want die hadden niet altijd veel eten of genoeg eten en de arbeiders hadden wel genoeg eten een goed onderdakadres. De bedrijven droegen de verantwoordelijkheid over de huishoudvestiging, scholing, gezondheidszorg, voedsel via bedrijfswinkels en discriminatie. Deze zaken vormden de “IJzeren Rijstkom” die erg beroemd was. Als je promotie wou hebben was dat op basis van dienstjaren, dus het aantal jaren hoeveel je in dienst was bij het bedrijf. Zeer belangrijk was de danwei. Dat betekende dat de productie eenheid vergelijkbaar was met een afdeling. Hier vond de politieke scholing plaats en het politieke beleidsdocumenten bediscussieert. De productie eenheid werd een belangrijk middel. Op het platteland zorgde het dorp voor de eenheid. Via de productie eenheid kwam er in de samenleving een hoge klassenstrijd gevoerd voor wie het beste was. Elk conflict werd eigenlijk gezien als uitvloeisel van de strijd tussen de verschillende soorten productie eenheden. Aan het einde van het 1ste vijfjarenplan was de uitzonderlijk groei van de landbouw dus erg gedaald. Er kwam een belangrijke beslissing: Ø Men moest de bevolkingsgroei afremmen om zo de toename van de agrarische productie groter te laten zijn dan de toename van de bevolking of men moest de krachtinspanning besluiten de agrarische productie hoger te laten zijn. Er werd gekozen door de landbouwregering dat de landbouw maar een grotere krachtinspanning moest leveren en dat de bevolking gewoon mocht doorgroeien. De arbeid leek nodig geacht te worden op de landbouw en de geboorte beperking kon gewoon stopgezet worden. Op 24 en 25 september 1957 verschenen de 1ste directieven voor een nieuw nationaal agrarische ontwikkelingsprogramma. Na het 1ste vijfjarenplan volgde een 2de vijfjarenplan die van 1958 tot 1965 duurde. De grote sprong voorwaarts
Aan het einde van het eerste Vijfjarenplan moest de Chinese leiding een oplossing vinden voor drie belangrijke problemen. · Het eerste probleem was de groeiende werkloosheid in de steden en op het platteland · Het tweede probleem was dat China weinig kapitaal had en veel arbeidskracht · En het derde probleem was dat China te weinig wist van de moderne werenschap en technologie
De beste oplossing leek, meer investeren in zware- en lichte industrie. Maar ook in de landbouw werd meer geld gestoken. De economie moest hierdoor gelijktijdig groeien. Bij de lichte industrie werden goedkopere machines gemaakt om de boeren te motieveren om zo hun productie te verhogen. En hogere productie zou dan weer de lichte industrie verhogen. En dit geld zou dan weer ten goede komen van de zware industrie. Op het platteland moesten veel arbeidsprojecten worden gestart. De regering hoopte met deze projecten kleine industrieën te creëren en zo de verschillen tussen stad en platte land te verkleinen. In mei 1958 besloot de communistische regering de acties in te voeren. Het moest gelijk over heel China uitgevoerd worden. Ook moesten bepaalde verenigingen (coöperaties) worden samen gevoegd. Deze grote eenheden werden volkscommunes genoemd. De hoge coöperaties zouden de productie brigadiers vormen en de lage coöperaties zouden de productieteams. In november 1958 bestonden er zo’n 26.000 volkscommunes. De volkscommunes probeerden de mechanisatie van de landbouw te versnellen. Dit deden ze door de tracktoren die het westen beheerd had op te eisen en ze te verdelen onder de verschillende communes. In de steden werd stukloon en bonussen afgeschaft. De grote sprong voorwaarts wekte bij de bevolking veel nieuwe energie op. Het enthousiasme was enorm groot, zelfs zo groot dat er weer nieuwe problemen kwamen in China. Ik heb hier enkele problemen op een rijtje gezet. Ø De ontwikkelingen liepen al gauw niet meer volgens plan. Ø Er werd enorm veel verspild. Ø Allerlei dingen werden gratis Ø De mensen werden uitbetaald na hun behoefte Ø Er werden verkeerde productiecijfers doorgegeven aan de communebrigadiers (deze cijfers waren meestal te hoog) Ø Hierdoor werd er een verkeerd beleid uitgestippeld (regering dacht dat ze meer geld hadden) Ø De regering eiste teveel graan van de boeren,doordat de boeren te hoge productie cijfers hadden opgegeven. (de boeren hielden haast niets meer voor hun zelf) Ø Er werden te veel boeren naar de industrie gelokt ,dit had als gevolg dat er haast geen voedsel meer geproduceerd werd. Ø Vele projecten werden zonder verstand opgezet. (veel inspanning bleek dus tevergeefs te zijn geweest) Ø Een grote natuurramp in 1959-1960 Het gevolg van deze problemen was het zwartste jaar in de geschiedenis van China als volksrepubliek. De economie stortte in en miljoenen mensen stierven van de honger. Anderen hielden zich in leven door boomschors of eetbare planten te eten. Door deze enorme crisis besloot de regering het anders aan te pakken: Ø Ze stapten af van het gelijkmatige economische ontwikkeling Ø Levensmiddelen kregen voorrang ( dus meer aandacht aan de landbouw dan aan de industrie Ø Er kwamen minder en minder grote communes
Rond 1963 was de economie in China al weer goed aan het herstellen. De economische cijfers waren al weer bijna de oude. De Grote Proletarische Culturele Revolutie van 1966-1969
In 1923 ontstond er een partij die de Chinese Communistische Partij(de CCP) .De Kwomintang(de KMT) en de CCP kregen ruzie en de CCP werd als verboden partij uitgeroepen,omdat de KMT de CCP kwijtwilde want ze waren bang dat de CCP groter en sterker zou worden dan de KMT.In 1949 brak er een burgeroorlog uit die de CCP van de KMT won.In 1949 kwam Mao Zedong aan de macht en werd staatshoofd. Hij kwam op voor de arme mensen. In de 2de helft van 1965 brak de Proletarische Revolutie echt uit. Alle aandacht moest naar de Proletarische(=arme mensen) Revolutie gaan. Veel partijleden werden ontslagen en er moest een voorbereiding worden getroffen voor de nieuwe sociale orde. In april 1966 kwam de Proletarische Revolutie die werd aangevoerd met de minister van Defensie Lin Piao.De redenen hiervan waren dat Mao zijn macht wilde vergroten. De president wou de macht grijpen. De aanhangers van de president vreesden voor de Sovjet-Unie.Ze waren bang dat de Revolutie dood zou lopen wat niet mocht gebeuren van de aanhangers en dat er dan een breuk zou komen tussen de geleerden en het gewone volk. Door de redenen leek het wel of Mao zijn zin had gekregen wat niet voor de bevolking telde. Jian Qing(de vrouw van Mao) richtte deze groep de “Rode Garde” op. Dit waren jongeren die moesten vechten voor Mao
Op het einde van 1966 zorgen de Rode Gardisten een actie. Alle jongeren en mensen komen terug van het platteland om te helpen actie te ondernemen. Jian Qing had de jongeren bij elkaar geroepen om zo de Rode Garde te beïnvloeden om huizen te vernietigen en te plunderen, musea te overvallen, tempels te bestormen, graftombes, standbeelden en stadsmuren werden ook vernielt. Alles werd vernield. De werkeloze arbeiders die hun werk waren kwijt geraakt door de acties van de Rode Gardisten die de winkels en bedrijven hadden vernield gingen naar het platteland om daar proberen te strijden tegen de Rode Garde om zo te proberen te voorkomen dat de agrarische productie niet werd vernielt. De jongeren aanbeden Mao naar deze actie en riepen hem uit tot: Ø De grootste Martist-Lenist van ons tijdperk Ø De grootste genie van ons tijdperk Ø De grootste redder van Revolutionaire volkeren van de gehele wereld Ø De allerroodste der Roden Ø De rode zon in onze harten

De beschilderingen van de Rode Garde over een man met het
Rode Boekje in zijn handen, waarin elke dag even in gelezen
moest worden wat verplicht was. Vanaf 1967 kreeg het een beetje het karakter van een burgeroorlog, omdat er een grote chaos was. Er heerste een hongernood dat was gekomen doordat ook de Rode Gardisten de agrarische productie hadden vernield. De werkeloze arbeiders hadden dat moeten voorkomen maar dat was niet gelukt om de agrarische productie te redden. De agrarische productie werd helemaal totaal vernield. De Rode Gardisten werden ook steeds agressiever en gevaarlijker vanwege de hongersnood, omdat daar niks tegen gedaan werd en ze hadden daar nog wel zelf voor gezorgd dat die hongersnood er was gekomen. In augustus van 1967 kwam er langzamer hand een terugkeer van de normalen situatie voor de Proletarische Revolutie.De Rode Gardisten kwamen weer een beetje tot rust en werden ook weer terug gestuurd naar het platteland op weer te helpen op het platteland. In april 1969 kwam er echt een einde aan de Proletarische Revolutie door het aannemen van Lin Piao’s rapport, waarin werd verklaard dat het denken van Mao Zedong de absolute suprematie(=oppergezag) had boven alle andere ideeën in staat en partij. De verandering die tijdens de Culturele Revolutie ontstaan zijn en invloed hebben op de toekomstige ontwikkeling zijn: Ø Tegengaan van de sterke stedelijke groei door middel van grote groepen mensen naar platteland sturen Ø Vestiging en uitbereiding van het platteland industrie, zodat de ruimte tussen stad en dorp gedicht werd Ø Regionale verspreiding als uitvloeisel van het principe “ Selfreliane ” Ø Verandering loonstelsel. De loonverschillen werden verminderd tot 1:3 op basis van rangorde van dienstjaren Ø Grote stimulans aan de zelfstandige technologische ontwikkeling. De Proletarische Culturele Revolutie is een proces van continuele verandering. Mensen na de Culturele Revolutie in blijdschap van het einde van deze Culturele Revolutie.De mensen vierden het met een grote blijdschap. Het 2de vijfjarenplan van 1958 tot 1965
Het 2de vijfjarenplan was er gekomen om het 1ste vijfjarenplan verder door te zetten. Door middel van het 2de vijfjarenplan zou de economische ontwikkeling door het 1ste plan op gang gebracht worden, zodat in 1967 China tot de industriële ontwikkelde naties zou gaan behoren. Zware industrie was nog steeds een heel belangrijk punt van het 1ste en 2de vijfjarenplan. De aandacht ging juist nu heel erg na de industrieën uit zoals: De industrieën van metaalindustrie, machine industrie, elektrische energie, steenkolenmijnbouw, de productie van landbouwmaterialen, de olie-industrie en de chemische en nucleaire industrie. Het 2de vijfjarenplan kreeg het heel moeilijk toen er een andere ontwikkeling ontstond. Deze ontwikkeling heet “De Grote Sprong Voorwaarts”. De productie begon nog wel even blijvend stijgen toen deze ontwikkeling was begonnen, maar een tijdje later ging het groeipercentage van de industriële productie toch wel hard naar beneden en klapte voorledig in. In 1961 was de productie weer helemaal terug van weggeweest om het zo te zeggen, want de productie was weer helemaal terug bij af zoals de productie was in 1957. Een verklaring voor deze daling van de productie was verschillend: Ø De slechte oogstresultaten in de landbouw, waarvan de industrie voor de grondstoffenvoorziening aangewezen is op de industrie. Ø De stopzetting van de Sovjetrussische hulp en de terugtrekking van de Sovjetrussische deskundigen die de industriële ontwikkeling ook erg goed door hadden hoe alles moest worden gedaan. Ø De “Grote Sprong Voorwaarts” die toen net begonnen was en veel aandacht trok van de andere mensen was ook een reden. Na 1962 werd de draad weer een beetje opgepakt. De groeipercentages werden voor de periode van 1962-1966 op 10 % per jaar geschat, zodat ze weer op het niveau van 1958 zouden zitten in 1964. Het betekende dus gewoon dat ze zo snel mogelijk weer bezig moesten gaan en dat het peil van 1958 in 1964 gehaald moest zijn om zo weer een beetje op het schema dat ze geschat hadden van het 2de vijfjarenplan na te komen. Door de “Grote Sprong Voorwaarts” waren er ook bepaalde nieuwe dingen bijgekomen. Zo was er een aardolie productie gekomen waarvan in 1966 het land van dit product moest gaan van profiteren. De machine-industrie had gezorgd voor de uitrusting van de nieuwe mijnen -, ijzer – en metaalindustrie. Na 1962 werd er ook meer aandacht geschonken aan de machine en fabrieksinstallaties voor de aardolie – en chemische industrie. Door de landbouwmachines werd de productie op de landbouw vergroot. In 1964 waren er 1000 fabrieken die zorgden voor het maken van landbouwmachines. De ministeries werden van 5 naar 8 gebracht. Deze uitbereiding van 3 extra landbouwministeries was in overeenkomst met de 3 basisprincipes voor de economische ontwikkeling. Er waren 2 dingen waarom ze dat gedaan hadden: Ø Ze wenste een meer gedifferentieerde industriële structuur. Vele ondernemingen werden opgesplitst in kleine meer gespecialiseerde bedrijven, waar dus meer ministeries voor nodig waren. Ø Ze wilde ten aanzien van de wapenindustrie volledig streven van de staten zelf voort te brengen wat zij nodig hadden. Ze deden dat omdat de relatie met de Sovjet was verbroken en dus moesten ze voor hun eigen uitbereiding van de militaire apparatuur en wapens zorgen. Ze wilden mankracht veranderen in vuurkracht. Aan het einde van het 2de vijfjarenplan had China de beschikking over 5 kernreactoren, waardoor men 20 á 50 atoombommen per jaar kon produceren. Hierdoor ging de machine-industrie met 12 % omhaag gegaan. In 1965 had het ijzer – en staalindustrie toch niet het recordproductie bereikt van 1960 wat ze juist erg op hadden gerekend. Door de “Grote Sprong Voorwaarts” waren er nog steeds wat tekorten. Er waren zoal tekorten aan walserijen en de lichte industrie bleef ook achter in tempo. In 1957 had de textielindustrie ook nog niet de productie niveau gehaald wat was verwacht, maar dat was het vervolg van de katoenproductie die toen nog op 80 % van de productie zat. De voedselmiddelen industrie had een snel herstel, maar import van voedsel bleef toch noodzakelijk in China. China had toch nog net niet een groot genoeg voedsel industrie om voedsel voor het hele land te kunnen produceren. Opnieuw een grote sprong voorwaarts (het tienjarenplan) In het jaar 1976 overleed de 82 jarige Mao Zedong hij werd opgevolgd door Hua Guofeng. Guofeng zou in het algemeen gewoon op dezelfde toer verder gaan als Zedong. In september 1977 werd er een rapport gepubliceerd door de Staatscommissie. Hierin stond dat men graag minder storende ingrepen wou vanuit de regering. Hiermee doelden ze vooral op productie. Ze drongen ook aan op betere bedrijfsleiding, meer centralisatie, minder verspillingen en er moest meer gehandeld worden met andere landen, want zonder handel met het buitenland kon de economie minder goed groeien. In de tweede grote sprong voorwaarts moesten deze bovengenoemde punten allemaal worden volbracht. De graanproductie moest ieder jaar tot aan 1985 zo ongeveer 4-5% toenemen. Deze groei kon worden bereikt door nieuw land in bebouwing te nemen. De gewassenopbrengst per hectare moest ook groter worden, dus moest het land beter bemest worden en er moest voldoende water aanwezig zijn om de gewassen te besproeien. In de staalindustrie moest ook flink worden uitgebreid. Tot aan 1985 moest er ieder jaar 10% meer geproduceerd worden. Met deze productie moest in 1985 al het lanbouwmateraal voor 85% gemechaniseerd zijn. Het tien jarenplan bleek geen succes te hebben. Want de ondernemers gingen meer letten op hoeveelheid (kwantiteit) dan op kwaliteit
In de zomer van 1979 besloot de regering de het tienjarenplan maar aan de kant te schuiven. Nu legde de regering weer meer aandacht aan het verbeteren de levenstandaarden en werkgelegenheid. Om meer discipline te krijgen voerde de regering bonussen, en af en toe stukloon in. Er werd ook weer minder aandacht besteed aan de mechanisatie op de landbouw, want door de mechanisatie zou er een grotere werkloosheid ontstaan ,de mechanisatie bracht ook enorm veel kosten met zich mee. · Veranderingen in de landbouw
Vanaf 1980 werden de veranderingen op de landbouw toegepast. De communes die al bestonden werden in kleinere groepen verdeeld. Die groepen maakten dan weer een afspraak met elkaar over hoeveel iedereen moest produceren. En wat er tenslotte nog in de kleine groepjes overbleef mocht men zelf houden of verkopen op de vrije markt. Dit werd echt een groot succes boeren gingen enorm hard werken, want wat er overbleef was natuurlijk mooi voor je gezin. In 1981 werden de groepen nog weer verder onderverdeelt in huishoudens dus nu was iedere boer een soort eigen baas. Sinds 1984 kregen de boeren contracten aangeboden. Deze contracten waren voor 15 jaar of langer. Dus met deze contracten was je voor 15 jaar of langer zeker van een baan. Je kon als je wou ook tussentijd stoppen of het contract aan iemand anders overdragen. Hiervoor moest je wel een vergoeding geven (een soort afkoop van het contract). Op 1 januari 1985 besloot de regering, dat alle boeren vrij waren aan wie ze hun landbouwproducten verkochten. Je hoefde je producten niet meer verplicht aan de staat verkopen, maar je mocht het bij. Ook op de markt of in een ander land verkopen. De regering ging nu ook meer geld investeren in arme streken. Deze streek werden nu ook voor 5 jaar vrijgesteld van belasting. Verschillende bedrijven aangemoedigd om in juist die streken nieuwe bedrijfsinvesteringen te doen. Boeren hard aan het werk op het land, hoe meer je produceerde hoe meer geld je voor je gezin had · Veranderingen in de industrie
In eerste instantie werden er alleen nog maar experimenten gestart om bedrijven zelfstandiger te maken. Dit hielt in dat bedrijven zelf gingen inkopen en zelf zorgden voor voldoende klanten. Hierdoor zouden de bedrijven efficiënter gaan produceren en de producten zouden hierdoor ook meer afgestemd worden op de klanten. Ook werd er geëxperimenteerd met het betalen van belasting. Dit zou dan in plaats voor het afleveren van producten komen. Deze experimenten werden later op grote schaal uitgevoerd. Deze hervormingen wierpen al gauw vruchten, maar er kwamen ook weer andere problemen bij kijken. Zo namen o.a. door prijsverhoging en een grensoorlog tegen Vietnam de uitgaven van de staat enorm toe. Er was ook een tekort aan energie. Zo moesten sommige bedrijven de hoeveelheid producten aanpassen aan hoeveel energie ze konden krijgen. Sommige hervormingen werden ook niet goed genoeg doorgevoerd. Zo werden bonussen niet aan bepaalde personen uitgedeeld, terwijl zij het wel verdiende. De regering moest hierdoor dus weer ingrijpen. Bedrijven die niet goed produceerden moesten stoppen of samenwerken met goede bedrijven. Er werd bespaart in energie en er werd bezuinigd in uitgaven. De bedrijven mochten net als in de landbouw een deel zelf verkopen. De bedrijven moesten toch eerst een deel voor de staat produceren maar het overige deel mochten ze net als in de landbouw zelf verkopen. De bazen van de bedrijven kregen steeds meer te zeggen over hun bedrijf. Zo mochten ze nu ook zelf bepalen wie ze wouden ontslaan. Er kwam wel een speciale raad aan wie je vragen kon stellen. De industrie ging wel langzaam vooruit maar toch bleven er nog dingen waar de regering niets aan kon doen. Zoals het verspillen van geld en dat de bedrijven hoeveelheid nog steeds belangrijker vonden dan kwaliteit. Conclusie/nawoord
De communisten hadden veel invloed op de samenleving in China. Ze hebben enorm veel gedaan in de 20ste eeuw. Eerst grepen ze de macht en later zorgden ze met goede (maar ook minder goede) ingrepen dat China nu welvarender is dan voor de tijd dat de communisten er waren. Bronnenlijst
Dietvorst, A, De volksrepubliek China, 2e druk, uitgeverij Unieboek B.V. , Bussum, 1975
Fessler, L, China, 1e druk, uitgeverij N.V Het Parool, Amsterdam, 1965
Floor, H, China, 1e druk, uitgeverij Terra, Zutphen , 1985

Landsberger, S, China, 1e druk, uitgeverij Novib, Brussel, 1995
Röst, L.C.M (red.), Grote Winkler Prins (deel 6-15), 9e druk, Brepols Fabrieken, Turnhout, 1990
Scheadtler, K, China, 1e druk, uitgeverij J.H. Gottmer, Haarlem, 1987
Tadama Sporry, J, China, 1e druk, uitgeverij C.A.J van Dishoek, Bussum, 1995
Wensink, C.W. , China, 2e druk, uitgeverij G.F. Callenbach, Nijkerk, 1965
Encarta (cd rom) www.azieweb.nl
www.internetcollege.nl/verslagen
www.china-info.nl

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.