Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Observeren

Beoordeling 6.7
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • Klas onbekend | 539 woorden
  • 28 januari 2002
  • 174 keer beoordeeld
Cijfer 6.7
174 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Methodische Vaardigheden
Samenvatting hoofdstuk 11.1- 11.4, Observeren. Waarnemen en interpreteren  Waarnemen
Drie menselijke waarnemingsfouten: - Onvolledig; we nemen onvolledig waar. Je neemt altijd maar een stukje waar van wat er allemaal waar te nemen valt. - Verschillend; naast het waarnemen van verschillende dingen nemen we dezelfde dingen ook nog eens verschillend waar. - Onjuist; soms nemen we dingen waar die er helemaal niet zijn. Het is erg moeilijk om goed waar te nemen.  Interpreteren
Interpreteren= het toekennen van een betekenis aan deze verbale en non-verbale signalen. Hoe je interpreteert heeft o.a. te maken met: - de situatie - de plaats - de aanwezigheid van derden - het tijdstip - Jezelf als ontvanger ( factoren) Referentiekader= de manier waarop we de wereld om ons heen waarnemen en interpreteren. Ons referentiekader wordt bepaald door 7 factoren: - Waarden en normen

De betekenis die wij bijvoorbeeld hechten aan bepaalde gedragingen, woorden en gebaren is niet automatisch dezelfde aan die van andere culturen. - Humeur
Zo zul je als je vrolijk bent een gedraging van een cliënt anders waarnemen/ interpreteren dan wanneer je een ochtendhumeur hebt. - Oordelen
Als je iemand erg leuk vindt, zul je zijn gedrag anders waarnemen/ interpreteren dan wanneer je iemand juist helemaal niet ziet zitten. - Aandacht
Deze aandacht kan sterker zijn naarmate we iets interessanter vinden, maar ook minder als we afgeleid zijn. - ( on) Bekendheid
Als de informatie aansluit bij eerder opgedane ervaringen en kennis nemen we intensiever waar. - Gesteldheid
Als de observator erg gespannen of ziek is, neemt hij veel minder op. - ( on) Wil
De observator sluit zich dan af voor informatie die hij bedreigend vindt.  Observeren
Je gaat ( doel) gericht waarnemen. Observeren= zo nauwkeurig en objectief mogelijk beschrijven wat je waarneemt. Objectief= als je feiten constateert. Subjectief= wanneer je een betekenis geeft aan die feiten, er een mening over vormt. Feit= is er wel of niet ( objectief en controleerbaar) Mening= vindt de een wel, de ander niet. Houd feiten en meningen gescheiden bij het observeren.  Het observatieplan
1. Bepaal de beginsituatie - Wat ga je observeren? - Van welke situatie, probleem ga je uit? 2. Verzamel de achtergrond gegevens. Je verzamelt alle gegevens die nodig kunnen zijn. 3. Bepaal het doel en de doelgroep. Je schrijft op wie je gaat observeren en met welk doel. Je observeert één persoon. 4. Maak observatievragen. Deze kunnen je helpen enige structuur aan te brengen in de observatie. 5. Kies een manier van registreren. - Beschrijvende observatie

Als je nog niet precies weet wat je zoekt, of als je zoveel mogelijk verschillende gegevens wilt verzamelen. - Observatieschema
Je weet van tevoren al op welk soort gedrag je gaat letten. Vervolgens noteer je of dat gedrag zich voordoet. 6. Bepaal de observatiesituaties. Het kan van belang zijn dezelfde persoon in verschillende situaties te observeren. 7. Bepaal de observatiedata en – tijdstippen. - Tijdsintervallen= observeren of gedragingen voorkomen. - Continu observeren= gedurende meerdere minuten achtereen observeren. - Event- sampling= Je observeert alleen een bepaalde situatie, gebeurtenis. 8. Kies een manier van rapporteren. Je kiest op welke manier je de conclusies, aanbevelingen of voorstellen wilt rapporteren.  Het uitvoeren van de observatie. Observeren: - Maak gebruik van observatieplan. - Wees zo objectief mogelijk. - Wees zo nauwkeurig mogelijk. - Observeer zo onopvallend mogelijk. - Betrek de omgeving in de observatie.

REACTIES

F.

F.

EEy echt cool dat je het op dese saait hebt geset want dit kon ik wel gebruiekn thnk joe

20 jaar geleden

J.

J.

Beste Lindy,

Ik ben een student aan de hoge school van Mechelen. Momenteel ben ik bezig aan een "referentie-opdracht".
Tijdens het maken van deze opdracht vond ik een werkstuk van jou op "www.scholieren.com" m.b.t. "Methodische vaardigheden" (samenvatting van een hoofdstuk Nederlands).
Om mijn referentie compleet te kunnen maken, zou ik moeten weten aan welke school je voor onderwijs assistente studeert.

Dank bij voorbaat,
Joeri

19 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.