Sport

Opdracht: Sport Sport is een noodzaak, zeggen enthousiaste sporters. Het is goed voor je gezondheid en het vormt je karakter in positieve zin. Maar met die twee beweringen is lang niet iedereen het eens. Schrijf een tekst van ongeveer 500 woorden waaruit jouw mening duidelijk wordt. Denk zowel aan teamsporten als aan individuele sporten. Verwerk zo mogelijk je eigen ervaringen. (blz. 105 Nieuw Nederlands) Eerste versie Sport, wie kan het nog wegdenken uit onze samenleving? Steeds meer mensen doen aan sport. Het percentage sporters onder de bevolking steeg in twintig jaar, van 1979 tot 1999, van 53 naar 65 procent. Momenteel zijn het er zo’n tien miljoen, meer dan ooit tevoren. Een goede ontwikkeling, zeggen de meeste. Maar niet iedereen is het met deze kwestie eens. Sporten is goed voor je gezondheid en het vormt je karakter in positieve zin, zeggen enthousiaste sporters. Ikzelf doe aan hockey en ben het volledig met deze beweringen eens. Het is wetenschappelijk bewezen dat sporten de kans op allerlei ziektes vermindert, en het verbetert je lichaamsconditie en spierkracht. Ook zorgt sporten ervoor dat vetverbranding sneller gaat, en het gaat zo overgewicht tegen. Behalve dat je lekkerder in je vel zit, omdat je tevreden bent met je lichaam, komt er tijdens het sporten ook nog eens een stofje vrij in je hersenen: endorfine. Dit zorgt ervoor dat je je minder gestresst voelt. Sowieso is het altijd heerlijk om even helemaal op te gaan in fysieke inspanning, en zo alles voor een moment te vergeten. Natuurlijk kun je dit ook overdrijven. Zoals voor heel veel dingen geldt: het is goed voor je, maar het kan ook teveel zijn. Water drinken is goed voor je lichaam, maar 10 liter per dag richt schade aan. Té fanatiek sporten is ook niet goed. Gelukkig zijn er vaak trainers of sportinstructeurs die hiervoor kunnen waarschuwen, en die kunnen helpen om het sporten langzaam op te bouwen. Ook is er natuurlijk het risico op blessures en ongelukken tijdens het sporten. Maar een goede voorbereiding, zoals een warming-up, kan dit risico aanzienlijk verkleinen. Veel sportbonden geven hier voorlichting over. Agressie tussen concurrerende spelers of fans behoort ook tot de nadelen van sport, maar dit wordt altijd streng aangepakt, ook in de topsport. Specifieke nadelen zijn er ook voor teamsporten: ruzie binnen het team, de vaste verplichting iedere week, een té fanatiek competitiegevoel (dat leidt tot agressie). Maar dit weegt niet op tegen de voordelen, die vooral voor kinderen belangrijk zijn: spelenderwijs leren ze samenwerken en hun verlies te accepteren. Ze ontmoeten nieuwe vriendjes en raken gemotiveerd om net zo goed te worden als de sterspeler van het team. Na de wedstrijd gaan ze gezellig met z’n allen nog wat drinken in het clubhuis. Minder sociaal zijn individuele sporten, zoals zwemmen en fitness, maar hierbij kan je wel op je eigen niveau en in je eigen tempo beter worden, en je daarbij ook focussen op je resultaten. Ook kun je dan vaak zelf inplannen wanneer en hoe laat je gaat. Veel individuele sporten bestaan bovendien in een “dubbel”-versie: (tafel-)tennis, badminton. En ook buiten zulke sporten is er natuurlijk de mogelijkheid om met een groepje mensen af te spreken samen naar de sportschool of het zwembad te gaan. Boven alles is sport natuurlijk ook gewoon leuk om te doen of om naar te kijken. Voor ieder is er wat wils, er zijn zoveel verschillende sporten. En elke sport geeft je wel een reden om trots te zijn op jezelf, bijvoorbeeld als je merkt dat je conditie of techniek verbetert, of als je een record verbreekt. Je weet dat je iets doet dat goed voor je is, en dat geeft een goed gevoel. Uiteindelijk lijken de voordelen dus zwaarder te wegen dan de nadelen. Sporten blijft gezond en leuk, mits je het niet overdrijft.
Tweede versie Sport, wie kan het nog wegdenken uit onze samenleving? Steeds meer mensen doen eraan. Het percentage sporters onder de bevolking steeg in twintig jaar, van 1979 tot 1999, van 53 naar 65 procent. Momenteel zijn het er zo’n tien miljoen, meer dan ooit tevoren. Een goede ontwikkeling, zeggen de meeste. Maar niet iedereen is het met deze kwestie eens. Sporten is goed voor je gezondheid en het vormt je karakter in positieve zin, zeggen enthousiaste sporters. Ikzelf doe aan hockey en ben het volledig met deze beweringen eens. Het is wetenschappelijk bewezen dat sporten de kans op allerlei ziektes vermindert, en het verbetert je lichaamsconditie en spierkracht. Ook zorgt sporten ervoor dat vetverbranding sneller gaat, en het gaat zo overgewicht tegen. Behalve dat je lekkerder in je vel zit, omdat je tevreden bent met je lichaam, komt er tijdens het sporten ook nog eens een stofje vrij in je hersenen: endorfine. Dit zorgt ervoor dat je je minder gestresst voelt. Sowieso is het altijd heerlijk om even helemaal op te gaan in fysieke inspanning, en zo alles voor een moment te vergeten. Natuurlijk kun je dit ook overdrijven. Zoals voor heel veel dingen geldt: het is goed voor je, maar het kan ook teveel zijn. Water drinken is goed voor je lichaam, maar 10 liter per dag richt schade aan. Té fanatiek sporten is ook niet goed. Gelukkig zijn er vaak trainers of sportinstructeurs die hiervoor kunnen waarschuwen, en die kunnen helpen om het sporten langzaam op te bouwen. Ook is er natuurlijk het risico op blessures en ongelukken tijdens het sporten. Maar een goede voorbereiding, zoals een warming-up, kan dit risico aanzienlijk verkleinen. Veel sportbonden geven hier voorlichting over. Een laatste nadeel is agressie tussen concurrerende spelers of fans, zoals bijvoorbeeld ook te zien is in het verschijnsel ‘hooligans’. Gelukkig wordt dit altijd streng aangepakt, vooral in de topsport. Deze nadelen zie je ook in teamsporten, naast de typerende nadelen: ruzie binnen het team, de vaste verplichting iedere week. Maar dit weegt niet op tegen de voordelen, die vooral voor kinderen belangrijk zijn: spelenderwijs leren ze samenwerken en hun verlies te accepteren. Ze ontmoeten nieuwe vriendjes en raken gemotiveerd om net zo goed te worden als de sterspeler van het team. Na de wedstrijd gaan ze gezellig met z’n allen nog wat drinken in het clubhuis. Minder sociaal zijn individuele sporten, zoals zwemmen en fitness, maar hierbij kan je wel op je eigen niveau en in je eigen tempo beter worden, en je daarbij ook focussen op je resultaten. Ook kun je dan vaak zelf inplannen wanneer en hoe laat je gaat. Veel individuele sporten bestaan bovendien in een “dubbel”-versie: (tafel-)tennis, badminton. En ook buiten zulke sporten is er natuurlijk de mogelijkheid om met een groepje mensen af te spreken samen naar de sportschool of het zwembad te gaan. Boven alles is sport natuurlijk ook gewoon leuk om te doen of om naar te kijken. Voor ieder is er wat wils, er zijn zoveel verschillende sporten. En elke sport geeft je wel een reden om trots te zijn op jezelf, bijvoorbeeld als je merkt dat je conditie of techniek verbetert, of als je een record verbreekt. Je weet dat je iets doet dat goed voor je is, en dat geeft een goed gevoel. Uiteindelijk lijken de voordelen dus zwaarder te wegen dan de nadelen. Sporten blijft gezond en leuk, mits je het niet overdrijft. Tenslotte sterven er meer mensen aan overgewicht en de gevolgen van een ongezonde levensstijl dan aan de gevolgen van sport.