Millieuaspecten bij een benzinepomp

Beoordeling 8.1
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • 4e klas vmbo | 5189 woorden
  • 25 maart 2005
  • 19 keer beoordeeld
Cijfer 8.1
19 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Inhoud: Inleiding/voorwoord
1 Is de kwaliteit beter als de prijs hoger is? 2 Zijn er verplichte milieuvoorzieningen bij een benzinepomp? 3.1 Hoe wordt het geknoeide (bijvoorbeeld benzine/diesel/……) opgeruimd en/of gefilterd? 3.2 Is de lucht/grond om/onder de benzinepomp erg vervuild en niet gevaarlijk? 4.1 Interview
4.2 Antwoorden interview door BP ingevuld
4.3 Antwoorden interview door Shell ingevuld
4.4 Vergelijking tussen de antwoorden van PB en Shell

Bijlage: - Shell raffinaderij
Stappenplan
Slot Inleiding/voorwoord Ik moest een onderzoek uitvoeren voor scheikunde. Ik heb als onderwerp daarvoor gekozen: Milieuaspecten bij een benzinepomp. Omdat me dat wel een interessant onderwerp leek en er in de buurt ook een was waar we nogal vaak komen. Als hoofdvraag heb ik gekozen: Welke voorzieningen zijn er aangetroffen aangaande het milieu? De deelvragen hierbij zijn: 1 Is de kwaliteit beter als de prijs hoger is? 2 Zijn er verplichte milieuvoorzieningen bij een benzinepomp? 3.1 Hoe wordt het geknoeide (bijvoorbeeld benzine/diesel/……) opgeruimd en/of gefilterd? 3.2 Is de lucht/grond om/onder de benzinepomp erg vervuild en niet
gevaarlijk? Hoofdstuk 4 is een interview aan BP en Shell en achterin zit een bijlage voor extra informatie. 1 Is de kwaliteit beter als de prijs hoger is? Accijns en andere belasting
De prijs die u aan de pomp voor een liter benzine betaalt, is opgebouwd uit een aantal elementen. Het grootste deel van de pompprijs bestaat uit belastingen. Als onze adviesprijs voor een liter Euro ongelood € 1,289 is (situatie 22 oktober 2004 ), bedraagt zo'n 70% ervan belasting (87 cent). Gedeeltelijk (accijnzen en heffingen) is dat een vast bedrag (in 2004: 66,5 cent) dat jaarlijks door de overheid wordt aangepast aan de inflatie en soms om politieke redenen wordt verhoogd. Een ander deel, de BTW (19%) beweegt mee met de totale pompprijs. (aldus woordvoerder van een tankstation.) De 'koers' van benzine
Aan de basis van de pompprijs staat de prijs van het product, zoals die tot stand komt op de internationale productenmarkt. Deze zogeheten 'productnoteringen' voor de diverse olieproducten (bijvoorbeeld benzines, diesel, huisbrandolie) worden bepaald op basis van vraag en aanbod, op dezelfde manier als aandelenkoersen gevormd worden of de prijzen van groente of fruit tot stand komen. Je zou dus kunnen spreken van de 'koers' van benzine. De productnoteringen worden ook wel 'Platts noteringen' genoemd, naar het bureau dat de prijzen bijhoudt. Vraag en aanbod wisselen voortdurend. Seizoensinvloeden spelen daarbij een rol. Zo leidt (verwachte) vakantiedrukte tot een grotere vraag naar benzine. Storing in een raffinaderij kan leiden tot een verminderd aanbod, en dus hogere prijzen. Maar omgekeerd kan het aanbod toenemen (en dus de prijs dalen) als een belangrijke raffinaderij na onderhoudswerkzaamheden weer (meer) gaat produceren. Dat verklaart waarom de prijs van benzine soms stijgt terwijl de prijs van diesel gelijktijdig kan dalen. Bij dit alles heeft ook de prijs van ruwe aardolie grote invloed; dat is tenslotte de grondstof voor al die olieproducten. Een langdurig hoge prijs van de aardolie – zoals we de laatste maanden meemaken drijft de prijs van benzine en andere brandstoffen op. Zowel ruwe olie als geraffineerd product worden in dollars verrekend op de internationale handelsbeurzen. De gunstige dollarkoers (t.o.v. de Euro) zorgt ervoor dat de prijzen de afgelopen periode minder sterk gestegen zijn. Dit is in het voordeel geweest van de prijs aan de pomp en dus in het voordeel van de Nederlandse automobilist. Platt’s noteringen

De huidige productnoteringen (Platt’s) zijn nog nooit zo hoog geweest. De huidige notering (oktober 2004) voor euro 95 is bijna 500 dollar per ton product, terwijl dit in 2003 gemiddeld minder dan 300 dollar was, en in 2002 gemiddeld minder dan 250 dollar. Kortom een stijging van ruim 50%. Voor diesel zijn de verschillen nog groter, de huidige platt’s notering schommelt rond de 550 dollar per ton terwijl dit vorig jaar in deze tijd zo rond de 300 dollar per ton product lag. SNV's adviesprijs
Verkoopmaatschappijen streven ernaar een consistent en transparant prijsbeleid te voeren. Dit betekent dat fluctuaties in de productnoteringen op consequente wijze in de adviesprijs worden doorberekend. Het is de wederverkoper die de daadwerkelijke prijs aan de pomp bepaalt, op basis van de lokale marktsituatie (concurrentieverhoudingen). In wisselende samenstelling kiest ongeveer de helft van de bijna 600 Shell-verkooppunten voor een andere prijs (vrijwel altijd lager) dan de adviesprijs. Veel mensen denken dat de adviesprijs dè benzineprijs in Nederland is. Het is nog altijd een wijdverspreid misverstand. Het heeft toch nog tot gevolg dat regelmatig in de media wordt gemeld dat “de benzineprijs” is verhoogd als een benzinepomp haar adviesprijs heeft aangepast, terwijl de markt laat zien dat sommige concurrerende oliemaatschappijen al eerder met hun prijs omhoog gingen. Dus in het kort nog een keer vraag en antwoord: Heeft de prijs van de benzine ook nog te maken met de kwaliteit van de benzine? Er zijn verschillende soorten benzine compagnieën (zoals Shell, Texaco en BP) als er bij de een meer vraag en aanbod is, is de benzine goedkoper. Als er minder vraag en aanbod is, dan is de benzine duurder. Verschil in kwaliteit is er ook wel doordat de grote markten onder andere Shell er allerlei toevoegingen (additieven)in doen die beter zijn voor de motor (van de auto/brommer enz.) en het milieu. Dit gebeurt niet bij de vrije benzine pompen en handelaars pompen. 2 Zijn er verplichte milieuvoorzieningen bij een benzinepomp? Er zijn zeker verplichte milieuvoorzieningen bij een benzinepomp. Namelijk: - Een vloeistof dichte vloer, - Een domp. retour systeem, - Een domp. afzuig systeem, voor benzine, - Peilbuizen voor controle op milieuvervuiling, Dit alles dient om het milieu goed schoon te houden. Om te weten of een benzinepomp/benzinestation voldoet aan de eisen van de verplichte milieuvoorzieningen, krijgt een benzinepomp jaarlijks controle. Inspecties controleren de integriteit van de opslaginstallaties, (transport)leiding of bodembeschermende voorzieningen. De inspecties, keuringen en onderzoeken richten zich op de functionaliteit van het object, maar ook op aanverwante zaken, zoals de veiligheid, milieu-aspecten, de levenscyclus en de communicatie met het bevoegd gezag. KVO (van alles over het KVO) Keurmerk Veilig Ondernemen (KVO) Als het om veiligheid gaat, spreken we al snel over de rol van de overheid. Natuurlijk is deze van groot belang. De ervaring van controlerende bedrijven leert echter dat betrokkenheid van mensen zelf nóg belangrijker is. Met dit gegeven als basis heeft het Nationaal Platform Criminaliteitsbeheersing het Keurmerk Veilig Ondernemen (KVO) ontwikkeld. Het doel van het keurmerk is om bedrijventerreinen en winkelgebieden als geheel veilig te maken. Dat vraagt om een krachtige, lokale samenwerking tussen publieke en private partijen zoals ondernemers, politie, gemeente, beheerders en andere relevante partijen. LPG staat altijd een stukje van de benzine vandaan omdat dat beter is voor de veiligheid bij ongevallen en/of brand. Voordelen KVO
Naast een vergroting van de veiligheid in het gebied en een beperking van de bedrijfsschade, levert investeren in het KVO de ondernemer in het MKB nog meer voordelen op zoals: • Schaalgrootte bij inkoop van bijvoorbeeld particuliere beveiliging; • Korting op de verzekeringspremie; • Subsidiemogelijkheden; • Fiscale voordelen; • Gegarandeerde (extra) inspanning van gemeente en politie. Hoe is het KVO verkrijgbaar? Het KVO is een certificaat, dat wordt toegekend door Kiwa Certificatie en Keuringen. De eisen voor de ondernemers staan omschreven in speciale handboeken, die als richtlijn voor het plan van aanpak dienen. Daarbij valt te denken aan het vastleggen van de samenwerking, de participatie van elke partij en een duidelijk beveiligingsplan. Het plan van aanpak wordt opgesteld door de diverse partijen in het samenwerkingsverband. Omdat er een aanzienlijk onderscheid bestaat tussen de problematiek in winkelcentra en bedrijventerreinen, is er voor elk van deze categorieën een eigen KVO (KVO-w en KVO-b). De werkzaamheden van een controlerend bedrijf zijn: • Overeenstemming beoordeling met de richtlijn keuren • Materiaal goedkeuring • Ontwerp beoordeling • Inspecties • Het kwalificeren van lasprocedures en lassers • Het goedkeuren van permanente verbindingen • Het goedkeuren van het personeel dat niet destructieve proeven verricht • Afgifte CE-keurmerk
Elk jaar wordt er op veiligheid gecontroleerd. Sommige benzinestations verkopen LPG omdat het een schoon en milieuvriendelijk product is. 3.1 Hoe wordt het geknoeide (bijvoorbeeld benzine/ diesel/ ……) opgeruimd en/of gefilterd? Het geknoeide is meestal niet veel maar wat er wel geknoeid is, loopt via de vloeistofdichte vloer naar een olie en vet afscheider, en wordt op bepaalde tijden afgevoerd door een erkend bedrijf. Het geknoeide wordt meestal met water weggespoeld en komt zo op een vloeistofdichte vloer terecht. De vloeistofdichte vloer is zo gemaakt zodat alle vloeistoffen die erop komen naar een olie en vet afscheider loopt. De olie en het vet komen in een soort ton terecht en die wordt altijd op een bepaalde tijd (bijvoorbeeld één keer in het halve jaar) opgehaald door een erkend chemisch bedrijf. (die zorgt voor de verdere afvoering van de olie en het vet.) 3.2 Is de lucht/grond om/onder de benzinepomp erg vervuild en niet gevaarlijk? De lucht om/onder de benzinepomp is niet zo erg vervuild en ook niet zo gevaarlijk. De grond niet, omdat daar een vloeistof dichte vloer in zit. Die is zo gemaakt zodat alle vloeistoffen die erop komen naar een olie en vet afscheider loopt. De olie en het vet komen in een soort ton terecht. Daardoor komt er bijna niets in de grond en is de grond dus niet erg vervuild. De verdere geknoeide olie en vet stoffen die in de grond terecht komen is zo weinig dat het vanzelf verder door het milieu wordt afgebroken. De lucht is wel een iets vervuild. Dat komt door de damp die van de benzine/olie/enz. afkomt. Er komen geen gassen maar damp vrij, die worden afgezogen en opgeslagen in de dieseltank en die damp nemen ze mee tijdens lossen van de tankwagen

Door filters wordt ook dat voor het grootste deel tegengehouden. Een tank wordt meestal elke week gevuld en mag nooit helemaal leeg zijn. Tanks kunnen nooit helemaal leeggezogen worden, omdat de zuigbuis nooit helemaal onderin zit. 4.1 Interview Wij moeten een onderzoek uitvoeren bij het vak Scheikunde over de milieuaspecten bij een benzinepomp. Nu willen wij door een vragenlijst aan meer informatie te komen, en zou u zo vriendelijk willen zijn om uw antwoorden, op de volgende bladzijde te noteren. 1. Wat is uw naam? 2. Komen er gassen vrij bij een benzinepomp? (benzinedamp/ LPG/ diesel)  als er gassen vrij komen wat voor gassen komen er dan vrij? 3. Wordt het milieu erg aangetast door de gassen van een tankstation? 4. Wat zijn de verplichte milieuvoorzieningen bij een tankstation? 5. A) Hoe worden geknoeide bijvoorbeeld diesel of benzine opgeruimd of opgevangen, als er geknoeid is bij het tanken? B) Wat gebeurt daarmee? 6. Is de lucht/grond om/onder het tankstation erg vervuild? 7. Wordt dit door metingen gecontroleerd? 8. Is een tankstation niet slecht voor het milieu? 9. Is er verschil in kwaliteit in benzine/ diesel/……/ zo ja hoe komt dat? 10. ‘Verkoopt’ u LPG? Waarom wel/niet? 11. Waarom staat LPG altijd een stukje van de benzine en diesel enz. vandaan? 12. A) Wordt de benzinetank bijgevuld als de tank helemaal leeg is? B) mag de tank wel helemaal leeg gaan? Waarom? 13. A) Wordt er wel eens op veiligheid gecontroleerd op een benzinepomp? B) Is dat bij u wel eens gebeurd? 14. wat is het verschil tussen benzine en diesel? Heeft u nog informatie over milieuaspecten bij een benzinepomp en alles wat ermee te maken heeft wat misschien nuttig kan zijn voor ons onderzoek en verslag houden wij ons erg aanbevolen!!!!!!!!! 4.2 Antwoorden door BP ingevuld 1) Bp de Punt
2) Er komen geen gassen maar damp vrij, die worden afgezogen en opgeslagen in de dieseltank en die damp nemen ze mee tijdens lossen van de tankwagen
3) Het milieu bij een benzinestation wordt niet aangetast
4) teveel om op te noemen (zie BP.nl) 5) A) vloeistof dichte bestrating
B) opgevangen via olie/ vet afscheiden, daarna afgevoerd als chemisch afval
6) helemaal geen vervuiling
7) er vindt regelmatig controle plaats
8) nee, het zijn gewoon verschillende ‘producten’ 9) ja – handelskwaliteit - consumentenkwaliteit
de laatste zitten toevoegingen (additieven) bij die kwaliteit verhogen
10) Geen ruimte. 11) – 12) A soms B ja/ geen idee
13) A Ja B er wordt vaak gecontroleerd bij een benzinepomp

14) - www.bp.nl 4.3 Antwoorden door Shell ingevuld 1) H. Bouwman
2) Alleen bij de diesel pomp, alleen diesel damp
3) Nee, want de hoeveelheid is zo klein dat er geen schade aan het milieu ontstaat
4) Vloeistof dichte vloer – damp retour systeem damp – afzuig systeem – voor benzine peilbuizen voor controle op vervuiling. 5) Die loopt via de vloeistofdichte vloer naar een olie en vet afscheider en wordt afgevoerd door een erkend bedrijf
6) Nee omdat er een vloeistofdichte vloer in ligt
7) Dit wordt door peilbuizen jaarlijks gecontroleerd en een jaarlijkse keuring van de vloer
8) Nee zeker niet door de voorzieningen die verplicht zijn
9) Ja er zit verschil in benzine en diesel kwaliteit door dat de grote merken onder andere Shell er allerlei toevoegingen in doen die beter zijn voor de motor en voor het milieu en dit gebeurt niet bij vrije benzine, pompen en handelaarspompen
10) Ja, omdat dat een heel schoon en milieuvriendelijk product is

11) Omdat dat beter is voor de veiligheid bij ongevallen of brand
12) A Nee, de tank wordt elke week gevuld
B Nee, de tank mag nooit helemaal leeg zijn omdat er altijd wel wat condens in komt maar de tanks kunnen nooit helemaal leeg gezogen worden omdat de zuigbuis nooit helemaal onderin zit
13) A Ja, er wordt op veiligheid gecontroleerd
B Dat gebeurd elk jaar
14) Het verschil tussen benzine en diesel is dat benzine veel brandbaarder is dan diesel. www.shell.nl
www.hamer.nl
www.kiwa.nl 4.4 Vergelijking tussen de antwoorden van PB en Shell De antwoorden van het interview van BP en Shell komen wel ongeveer overeen. Er zitten een paar verschillen in: - Bij de vraag:”wordt de benzinetank bijgevuld als de tank helemaal leeg is?” zegt: - BP: “soms” (dus wel eens) - Shell: “nee, de tank wordt elke week gevuld.” - Bij de vraag:”mag de tank wel helemaal leeg gaan?” zegt: - BP: “ja, geen idee” - Shell: “nee de tank mag nooit helemaal leeg zijn omdat er altijd wel wat
condens in komt, maar de tanks kunnen nooit helemaal leeg gezogen

worden omdat de zuigbuis nooit helemaal onderin zit.” Shell Nederland Raffinaderij in Pernis en Europoort is een van ’s werelds grootste raffinaderijen en de grootste in Europa, met een verwerkingscapaciteit van 416.000 vaten ruwe olie per dag. Anders uitgedrukt: bijna 21 miljoen ton per jaar, of 44.000 liter per minuut. In circa 40 fabrieken wordt de ruwe olie omgezet in hoogwaardige eindproducten, zoals benzine, diesel, LPG, kerosine, nafta en smeeroliecomponenten. De zware oliefractie die resteert, wordt deels ingezet voor de eigen energiebehoefte en deels verkocht als scheepsbrandstof. Belangrijke processen zijn destilleren, kraken (het verkleinen van de deels lange oliemoleculen) en ontzwavelen. De ruwe olie wordt per schip aangevoerd en opgeslagen in de Europoort terminal en van daaruit per pijpleiding doorgepompt naar Pernis. De afvoer van de producten gebeurt voor het overgrote deel eveneens per schip of per pijpleiding. Sinds 2000 heeft de Noorse staatsoliemaatschappij Statoil een belang van 10% in Shell Nederland Raffinaderij. Shell is evenwel volledig verantwoordelijk gebleven voor de dagelijkse bedrijfsvoering. Shell Nederland Raffinaderij is ‘huisbaas’ van het bedrijventerrein Shell Pernis. Op dat terrein zijn namelijk ook belangrijke fabrieken van Shell Nederland Chemie en van derden gevestigd. De raffinaderij levert diensten aan deze fabrieken, in de vorm van bijvoorbeeld energie, verwerking van afvalwater, terreinbeveiliging en huishoudelijke diensten. Shell-bedrijven streven naar prestaties van wereldklasse. Daarnaast willen de bedrijven een goede werkgever zijn om op die manier hun maatschappelijke verblijfsvergunning blijvend te kunnen waarmaken. Shell acht zich verantwoordelijk tegenover haar eigen medewerkers, maar daarnaast ook tegenover de directe omgeving. Haar verantwoordelijkheden als lid van de Nederlandse samenleving neemt Shell zeer serieus. Bescherming van veiligheid, gezondheid, welzijn en milieu zijn voor Shell even belangrijke bedrijfsdoelstellingen als winstgevendheid, productiviteit en de kwaliteit van producten en diensten. Shell wil ook bijdragen aan Duurzame Ontwikkeling. Dat wil zeggen dat bij alles wat er gebeurt rekening wordt gehouden met economische, maatschappelijke èn milieuoverwegingen. Er worden veel inspanningen geleverd om de prestaties op het gebied van veiligheid en milieu steeds verder te verbeteren. Pernis gaat zich inspannen om een ‘groene raffinaderij’ te worden. Dat concept presenteerde Jeroen van der Veer op het symposium dat op 5 september 2002 in de Rotterdamse Doelen werd gehouden ter gelegenheid van het eeuwfeest van de raffinaderij. Hoewel Jeroen van der Veer alweer enige tijd president-directeur van de Koninklijke is en vice-voorzitter van het Comité van Directeuren van de Koninklijke/Shell Groep, ligt een deel van zijn hart nog steeds op Pernis, waar hij in zijn carrière drie maal werkte. 'Pernis is het bedrijf dat mij gevormd heeft', vertelde hij de aanwezigen in de Doelen. 'Natuurlijk vormt een raffinaderij je niet; dat doen de mensen met wie je er werkt.' Als hij in Rotterdam landt, zit Van der Veer naar eigen zeggen nog steeds op het puntje van zijn vliegtuigstoel om heel Pernis te bestuderen, en komen de herinneringen weer boven. 'Bijvoorbeeld dat ik graag fietste over dat enorme terrein. Je ziet beter wat er aan de hand is en je komt makkelijk in gesprek met de mensen. Pernis vanaf de dienstfiets, dat waren mijn fijnste uren.' In zijn voordracht ging Van der Veer in op de toekomst van de raffinagesector in het algemeen en die van Pernis in het bijzonder. Hij stelde daarbij zijn horizon op 2025 en zag in dat jaar :Pernis nog steeds volop ruwe olie verwerken. 'Er komen andere energiebronnen aan', stelde hij, 'waterstof, in combinatie met brandstofcellen, en natuurlijk renewables en biobrandstoffen, maar ook over een kwart eeuw draait de wereld nog volop op olie.' Ruwe olie zal ook in 2025 nog in een raffinaderij worden verwerkt. 'Ik zie ons dat dan nog steeds doen met de huidige basisprocessen van destilleren en kraken. Technisch is het denkbaar om een raffinaderij om te vormen naar een soort Gas-to-Liquids fabriek. Daarbij worden aan de 'voorkant' dan alle mogelijke fossiele grondstoffen, dus van ruwe olie en aardgas tot en met biomassa, vergast tot synthesegas. Met het Fischer-Tropsch proces kunnen uit dit synthesegas ultraschone olieproducten gemaakt worden. Maar de economie van Gas-to-Liquids bestaat alleen bij de gratie van goedkope grondstoffen, met name aardgas uit velden die te klein zijn en te ver van de markt liggen om concurrerend geproduceerd te worden. Gas-to-Liquids is althans voorlopig dan ook geen grootschalig alternatief voor een raffinaderij als Pernis.' 'U mag van ons groeien' De opdracht aan Pernis zal zijn om die olieproducten op een steeds schonere manier te maken, met steeds minder last voor milieu, natuur en buren. Met name in raffinage zal duurzaamheid een kernthema vormen. Van der Veer noemde in dit verband met name de noodzaak om schonere brandstoffen te maken, het energiegebruik te reduceren en een oplossing te vinden voor CO2-emissies. Drie elementen die een grote invloed op elkaar hebben. 'Nog meer ruimte voor duurzaamheid en reducties is te vinden in het zogenoemde Super Site concept', aldus Van der Veer. 'Daarbij worden alle industriële activiteiten op Pernis en Moerdijk en die van hun directe buren geanalyseerd op de mogelijkheid van synergie. Samen energie opwekken, warmte en processtoom van elkaar gebruiken en kijken hoe halffabrikaten of zelfs afvalstromen van de één een grondstof kunnen zijn voor de ander. Dit concept is in theorie uit te breiden tot het totale Rijnmondgebied. Het wordt weliswaar een complexe zaak, maar ik zie nog een grote ruimte voor efficiencywinst als we deze hele regio als zo'n Super Site gebied gaan bekijken.' En: 'Juist omdat Shell Pernis ingeklemd zit tussen zoveel mensen, staan we tegenover hoge verwachtingen van de stakeholders over de manier waarop wij ons bedrijf leiden. Dat betekent ook veel inspanning van onze kant om de Licence to Grow te verwerven waarmee de samenleving in feite zegt: 'U hebt uw zaakjes zo goed op orde, u mag van ons groeien.' Bij dat 'groeien' moet u niet direct denken aan meer volume, maar groeien in kwaliteit door een voortdurende vernieuwing.' 'Dat begrip 'samenleving' nemen we heel ruim. Die wordt gevormd door onze buren, vertegenwoordigd in onze Burenraad, maar ook de besturen en raden van gemeenten en deelgemeenten, Rijkswaterstaat, de provincies, DCMR, het Havenbedrijf, de veiligheidsdiensten, vooral daarin de brandweer, de klanten en de aandeelhouders. En natuurlijk ook ons eigen personeel en dat van de contractors.' Het goede voorbeeld • Waarna Van der Veer aankondigde dat het uiteindelijke doel is om van Pernis een 'duurzame' of 'groene raffinaderij' te maken. 'Een 'groene raffinaderij'? Het lijkt een contradictio-in-terminis, maar is het niet. Ik zal u vertellen hoe wij denken dat een raffinaderij het predikaat 'groen' of 'duurzaam' kan verdienen. • Zij levert 'schone' producten • De emissies moeten op of beneden het 'no effect' niveau liggen • Zij is energie-efficiënt • Levert een acceptabel risico op naar de omgeving • Voegt geen of slechts heel weinig geluid toe aan de totale geluidsmissie in de omgeving • Gaat zeer zuinig om met grondstoffen • Heeft een minimale afvalproductie • Lekt niet, niet naar water en niet naar de bodem • Veroorzaakt geen incidenten, dus geen knallen, branden of overstromingen • Levert goede arbeid op en wordt gezien als een goede buur in haar sociale leefomgeving • En tot slot levert die duurzame raffinaderij voor de aandeelhouder zoveel rendement op dat de continuïteit gegarandeerd is. In andere woorden samengevat: Wij werken toe naar een situatie waarin nagenoeg alle belanghebbenden trots zijn hoe wij hier onze raffinage en chemie doen. Zij voelen: 'Shell geeft het goede voorbeeld' Van der Veer stelde dat het concept van deze duurzame raffinaderij een lange-termijn visie is. 'Maar alles wat we nu aan denk- en ontwerpwerk doen voor de tweede fase van PER+, staat al in het teken van die verre visie.' Hij maakte wel een voorbehoud. 'Shell Nederland Raffinaderij is een bedrijf dat voor een groot deel werkt voor de internationale markt. Ons streven naar het realiseren van steeds lagere emissies moet dus gebeuren binnen de randvoorwaarde dat de internationale concurrentiepositie van SNR gehandhaafd blijft. Het gaat bij duurzame ontwikkeling immers om een combinatie van economie, ecologie en mens. Een heel duurzame maar ook heel verlieslatende raffinaderij, dat bestaat niet.' …Met antwoord
Hoe werken de oliemarkten? Waarom zie je soms de ruwe-olieprijs dalen en die van benzine stijgen? Op de wereld bestaan tal van oliemarkten. Natuurlijk zijn ze - net als bijvoorbeeld aandelenmarkten en die in valuta - elektronisch met elkaar verbonden. De hoofdgroepen zijn markten waar in ruwe olie wordt gehandeld (op de wereld bestaan vele honderden soorten ruwe olie die allemaal in prijs afgeleid zijn van de 'grote soorten', zoals Brent voor West-Europa, Forcados in Nigeria, Oeral in Rusland, Arabia Light in het Golfgebied of West Texas Intermediate in de VS). De hele dag door worden noteringen op deze markten opgemaakt die door een aantal informatie- en persbureaus gepubliceerd worden. De tweede grote martktgroep is die in olieproducten, dus benzine, diesel, nafta (grondstof voor de chemie), jet fuel en dergelijke. Ook de noteringen op deze markten zijn openbaar. Beide markten kennen zogeheten spot- en termijnnoteringen. Spotnoteringen zijn voor transacties die ogenblikelijk plaatsvinden, bij termijntransacties gaat het om leveringen over een afgesproken langere termijn. In beide gevallen bewegen zich partijen op deze markten die of zelf olie/olieproducten nodig hebben of kunnen verkopen ('fysieke handel') of die het spel puur en alleen spelen omdat ze denken winst te kunnen maken in de 'papieren handel'. Zoals op elke markt hebben tal van factoren invloed op de prijsvorming. Het gaat om vraag en aanbod en vooral ook om de verwachting hoe die zich gaan ontwikelen. Een marktontwikkeling wordt dus net zo goed bepaald door fysieke factoren (Hoe groot is het aanbod en hoe groot de vraag?) Als door psychologie (Hoe snel groeit de economie? Wat doet de OPEC? Komt er oorlog?). Een bijkomend element is dat alle noteringen op de oliemarkt worden opgemaakt in dollars. De sterkte van de dollar ten opzichte van de valuta in de gebruikersmarkten is dus een belangrijke bijkomende factor hoe prijzen aan de pomp tot stand komen. De marktontwikkelingen voor ruwe olie en die voor olieproducten lopen over een wat langere termijn natuurlijk parallel; maar kunnen op kortere termijn uit elkaar lopen. De vraag naar olieproducten kent namelijk seizoensinvloeden (meer vraag naar benzine in de zomer, meer diesel (huisbrandolie) in de winter. Soms zie je dus de prijs van benzine oplopen terwijl die van ruwe olie daalt. Of omgekeerd. Het gaat dan altijd om tijdelijke verschillen. Reageren die markten altijd rationeel? Er is - niet anders dan bij bijvoorbeeld ook de aandelen- en valutamarkten - vaak veel irrationaliteit in het gedrag van de markt, ingegeven door `stemmingen en verwachtingen'. Als gemiddelde over langere tijd hebben markten eigenlijk altijd gelijk, maar binnen kortere tijdvakken hebben ze de neiging tot overdrijving. De hypersnelle, wereldwijde computerprogramma's die tegenwoordig achter deze markten zitten, maken dat markten veel heftiger fluctueren dan vroeger. Het feit dat een marktgerucht nu binnen seconden bekend is bij alle handelaren over de wereld, versterkt dit effect. Op de oliemarkten is dit ook waar te nemen. Is het waar dat de overheden van olieconsumerende landen meer aan olie verdienen dan die van olieproducerende staten? Dat hangt af van de productiekosten van ruwe olie. Maar zelfs als die kosten heel laag zijn (soms maar $2 per vat in het Midden-Oosten) en de opbrengst is hoog (zeg $25) dan nog zijn de bruto-inkomsten voor een productieland net geen 15 dollarcent per liter ruwe olie. Terwijl (op basis van de benzineprijs van 1 januari 2003) de Nederlandse overheid aan accijns, heffingen en BTW netto 82 eurocent verdient. Het gedeelte accijns en heffingen (63,5 eurocent) is een vast bedrag. De hoogte ervan wordt jaarlijks voorgesteld door de regering en uiteindelijk goedgekeurd door het parlement. De BTW (nu 19%) gaat over het hele kostenbedrag van een liter, dus inclusief de accijns en heffingen (zoals milieubelasting). Overigens raamt de Nederlandse overheid dat zij in 2003 €5,8 miljard gaat ontvangen aan accijns op olieproducten. Plus de BTW over de gehele pompprijs (inclusief accijnzen). Waar verdient een oliemaatschappij haar geld? Een geïntegreerde oliemaatschappij als de Koninklijke/Shell Groep heeft als interne doelstelling dat alle activiteiten (dus van het opsporen en produceren van olie en gas, (ze)transport, raffinage, distributie, verkoop, handel, chemie, renewables etc.) winstgevend moeten zijn. De Groep zelf mikt op 14% rendement over het gemiddeld geïnvesteerd vermogen (bij een olieprijs van gemiddeld $16 per vat). Raffinaderijen van Shell kopen hun ruwe olie op de wereldmarkt, tegen de geldende olieprijzen. Soms is deze olie afkomstig van Shell-bedrijven, soms van anderen. Pernis is een raffinaderij die bij uitstek geschikt is voor zware olie uit het Midden-Oosten. Daar zit nauwelijks olie bij die door Shell is geproduceerd. Raffinaderijen verdienen in principe aan de raffinage. Door structurele overcapaciteit in deze sector zijn de opbrengsten evenwel al jarenlang marginaal. De raffinaderijen verkopen hun producten (zoals benzine, diesel, stookolie) op de internationale productenmarkt. Shell Nederland Verkoopmaatschappij koopt haar producten in op diezelfde internationale producten-markt, tegen marktconforme prijzen. Ook als van Shell-raffinaderijen wordt gekocht. De verkoopmaatschappij zorgt voor distributie via depots naar tankstations en de verkoop aan de klanten. De winst hierop is gemiddeld 1.5 eurocent per liter. In dit bedrag is de winst op de exploitatie van
Naar een duurzame samenleving
Het streven naar duurzame ontwikkelingen: het is een van de kernpunten van het beleid van Shell. Shell probeert dit streven concreet handen en voeten te geven. Om een bijdragen te leveren aan duurzame ontwikkelingen moeten we en manier van werken vinden, waarbij we in de huidige behoeften van de samenleving voorzien, zonder daarbij het geluk, welzijn en de voorspoed van toekomstige generatie dwars te zitten. Dit streven is ons kompas bij alles wat we doen. Het Social Investment programma is een van de uitingsvormen van het duurzaam ondernemen van Shell. We richten ons met activiteiten nadrukkelijk op groepen buiten Shell. In de projecten die we uitvoeren of ondersteunen, proberen we een goede balans te vinden tussen economische groei, zorg voor de omgeving en gelijke sociale ontwikkeling. De weg die we daarbij gekozen hebben is die van het aanmoedigen van talent. Talent is in onze ogen de bron van alle vernieuwing. Alles wat nodig is voor het bouwen van een duurzame wereld is in potentie in mensen beschikbaar. Het is de kunst dit concreet te maken, om talent een kans te geven en om de weg naar vernieuwing vrij te maken. Wat verstaan wij onder duurzame ontwikkeling? Om een bijdrage te leveren aan duurzame ontwikkeling moeten we anders aankijken tegen de manier waarop we ons werk doen. Een manier van werken waarbij we de huidige behoeften invullen zonder daarbij toekomstige generaties dwars te zitten bij het invullen van hun behoeften. Het vinden van dit evenwicht tussen lange- en kortetermijn eist van ons om verder te kijken dan alleen naar hoeveel geld we vandaag kunnen verdienen. Bij alles wat we doen moeten we rekening houden met economische, maatschappelijke en milieu-overwegingen. Omdat duurzame ontwikkeling betekent dat Shell op een bredere, allesomvattende manier moet kijken naar haar manier van werken, ontstaan tevens zakelijke kansen op nieuwe markten en bij nieuwe groepen klanten. Duurzame ontwikkeling is een manier om onze reputatie te beschermen en te verbeteren. Ze helpt ons om onze activiteiten te ontwikkelen in lijn met wat de samenleving aan behoeften heeft en van ons verlangt. De samenleving zoekt nog steeds naar een manier waarop duurzame ontwikkeling in praktijk kan worden gebracht. Maar het is duidelijk dat we het over een reis hebben. We richten ons niet op een bekend einddoel. Voor Shell is deze reis onderdeel van een transformatie om een bedrijf te worden dat 'vanwege zijn topprestaties als eerste wordt gekozen'. Waarom zijn de prijsverschillen aan de pomp zo gering? De winstmarge van 1,5 eurocent van Shell Nederland Verkoopmaatschappij is een gemiddelde. Een station dat structureel een lager kostenniveau heeft (bijvoorbeeld doordat grotere volumina worden omgezet, of door lagere personeelskosten of lagere kapitaallasten - het maakt veel uit of je op een dure locatie zit aan een snelweg of op een industrieterrein) kan besluiten dat voordeel door te geven aan de klant. Hierdoor kunnen prijzen per merk en tussen merken van diverse oliemaatschappijen verschillen. De afstand kan echter nooit erg groot zijn omdat het overgrote deel van de prijs van een liter benzine voor alle partijen gelijk is. Immers, iedereen koopt het product in op de markt tegen de marktnoteringen. Iedereen betaalt ook gelijke accijnzen, heffingen en BTW. En voor iedereen is de omrekenprijs van de dollar naar de euro identiek. De concurrentie kan dus alleen gebeuren binnen het speelveld van distributiekosten en -marge, de kosten en marge van het tankstation, de overhead van de verkoopmaatschappij en het rendement dat de verkoopmaatschappij moet maken. Onbemensde stations met een lage overhead en goedkope stations op niet dure grond hebben dus een groot kostenvoordeel. En dat kunnen ze doorgeven aan de klant. (aldus een medewerker van een Shell-tankstation) Stappenplan: Hoe maak ik dit werkstuk? Ik ga een interview afnemen bij 2 benzinepompen. Die antwoorden die ik daar krijg, gebruik ik bij de antwoorden op de deelvragen. Verdere informatie haal ik uit boeken (van de bibliotheek) en vanaf internetsites, die al eerder genoemd zijn. Benodigdheden: Inkt, papier, mond - praten - interview, foto’s en/of plaatjes Slot: Dit werkstuk was best leuk en interessant om te maken, maar koste wel veel tijd. Ik heb er best wat van geleerd; allemaal dingen die met een benzinepomp hebben te maken en ook dat het best veel werk is om zo’n werkstuk te maken. In het kort nog een antwoord op de hoofdvraag: Hoofdvraag: welke voorzieningen zijn er aangetroffen aangaande het milieu? Antwoord: er zijn verschillende voorzieningen aangetroffen aangaande het milieu, o.a. een vloeistofdichte vloer en filters. Andere dingen zijn in de tekst beschreven.

REACTIES

H.

H.

heel goed gedaan! k heb er veel aan gehad!!
bedankt!!!

19 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.