Hoofdstuk 3 en 4 Criminaliteit

Beoordeling 5.1
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 4e klas havo | 1431 woorden
  • 24 december 2004
  • 10 keer beoordeeld
Cijfer 5.1
10 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Paragraaf 3 Bestrijding van de criminaliteit Wat is een rechtsstaat? Dit is een staat waar in de overheid zich moet houden aan wettelijke regels, die door een democratisch gekozen parlement zijn goedgekeurd. Een rechtstaat houdt zich aan grondrechten en mensenrechten. Beide zijn belangrijk voor de bescherming van burgers tegen willekeurig optreden van de overheid. Wat is het tweesporenbeleid dat de overheid tegenwoordig voert? -Bij veelvoorkomende criminaliteit wordt gezocht naar preventieve maatregelen. Daarnaast worden alternatieven voor gevangenisstraf gezocht. Ook wordt er meer snelrecht toegepast. -Bij zware, georganiseerde misdaad wordt de oplossing juist wel gezocht in hogere gevangenisstraffen. Het aantal opgelegde lange gevangenisstraffen is daarom de laatste twintig jaar bijna verviervoudigd. Waar krijgt iemand mee te maken als hij of zij verdacht wordt van het plegen van een strafbaar feit? De procedure die hierop volgt wordt ook wel ‘procedure in vogelvlucht’ genoemd. Hij of zij krijgt achtereenvolgens te maken met de politie, de officier van justitie en de rechter: -De politie verzamelt informatie over het strafbare feit. Ze verhoort de verdachte en eventuele getuigen en kijkt wat er precies is gebeurd. De verzamelde informatie wordt opgeschreven in een speciaal rapport: het proces-verbaal. -De politie geeft het proces-verbaal aan de officier van justitie. Deze zal de zaak verder onderzoeken in het opsporingsonderzoek. Vaak moeten er allerlei bewijzen worden gezocht. De verdachte wordt aan hem voorgeleid en door hem verder verhoord. Dat kan ook gelden voor getuigen. De officier van justitie moet beslissen of hij de zaak zwaar genoeg vindt om de verdachte verder te vervolgen. In dat geval komt er een rechtszaak. -Als de officier van justitie voldoende bewijzen heeft, stuurt hij het dossier naar de rechter. Deze mot tijdens een rechtszaak vaststellen of de verdachte inderdaad schuldig is. Als de rechter de schuld bewezen acht, kan hij de verdachte een straf opleggen. Welke taken en bevoegdheden heeft de politie? De politie heeft drie taken: -hulpverlening. (bijv. het wijzen van de weg, opsporen van verdwaald kind, uit de boom halen van kat) -handhaven van de openbare orde (bemiddeling bij burenruzies, alcoholcontrole, regelen van verkeer en ordehandhaving tijdens voetbalwedstrijden) -opsporingstaak (voorkomen van strafbare feiten en opsporen van verdachten) De politie heeft ook speciale bevoegdheden. Deze zogeheten dwangmiddelen mogen alleen gebruikt worden bij de opsporingstaak. De belangrijkste zijn: - De politie mag een verdachte staande houden, dit betekent iemand vasthouden om hem te vragen naar zijn personalia (naam, adres, geboortedatum). Hij hoeft deze informatie niet te geven, maar áls hij antwoord geeft, moet hij zijn juiste gegevens noemen. In sommige omstandigheden is men overigens wel verplicht om zicht te legitimeren (met een paspoort of een ander identiteitsbewijs aantonen wie je bent). -De politie kan een verdachte aanhouden, oftewel arresteren. Verzet hiertegen is niet toegestaan. Iemand wordt gearresteerd als hij wordt verdacht van een strafbaar feit. De aanhouding heeft tot doel de verdachte naar de officier van justitie te brengen, zodat deze kan bepalen wat verder met de verdachte moet gebeuren. -Een verdachte mag worden gefouilleerd (aan zijn kleding en lichaam worden onderzocht), dit mag de politie alleen doen als het bijdraagt aan de oplossing van een strafbaar feit. -De politie mag een verdachte in het belang van het onderzoek enkele dagen op het bureau vasthouden. Daarna kan hij overgeplaatst worden naar een Huis van Bewaring, nog voordat hij voor de rechter is geweest. De verdachte komt daar in voorarrest te zitten. Deze periode mag maximaal drie maanden duren. -De politie mag alleen een woning binnengaan om iemand te arresteren met een machtiging tot binnen treding (formulier waarin de officier van justitie toestemming geeft de verdachte in zijn huis aan te houden). Zo’n machtiging kan ook worden gegeven om de woning te doorzoeken (huiszoeking). In dat geval mag de politie in een woning naar bewijzen van een misdrijf bespeuren. Ontbreekt deze machtiging en wordt de woning toch doorzocht, dan is er sprake van onrechtmatig verkregen bewijs. Dit kan later tot vrijspraak leiden. -Bewijsmateriaal mag in beslag worden genomen. De officier van justitie of de rechter beslist later of iemand zijn spullen na een rechtszaak terugkrijgt. Wat zijn de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens? In 1948 nam de Verenigde Naties deze verklaring aan. Deze verzameling mensenrechten geldt als internationale standaard om te kijken of landen al dan niet democratisch zijn. Belangrijke zaken die de Verenigde Naties hebben geregeld zijn: -men mag niet discrimineren -men mag mensen niet martelen -men mag niet zomaar iemand gevangen zetten -iedereen heeft recht op een eerlijk proces -iedereen heeft recht op vrijheid van meningsuiting
Al deze mensenrechten zijn onder meer vastgelegd in de Nederlandse wetgeving.
Paragraaf 4 Officier van justitie Wat is de officier van justitie? Hij of zij is de openbare aanklager, omdat hij namens de samenleving bewijzen zoekt tegen de verdachte en een straf tegen hem eist. Hij heeft een belangrijke rol in het strafproces, omdat hij er van begin tot eind bij betrokken is. Taken zijn: -leiden van opsporingsonderzoek -brengen van verdachten voor de rechter (de vervolging) -het eisen van een bepaalde straf in een rechtszaak -verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van de straf die een verdachte gekregen heeft Alle officieren bij elkaar worden het Openbaar Ministerie genoemd. Dit is een onderdeel van het ministerie van Justitie. Welke drie keuzemogelijkheden heeft een officier van justitie bij een dossier? -Seponeren, dit betekend dat iemand niet vervolgd wordt. Dit gebeurt in de meeste gevallen. De verdachte is dan van de zaak af, hij hoeft niet voor de rechter te verschijnen en krijgt geen straf. Een zaak wordt geseponeerd als er onvoldoende bewijs is gevonden, als het om een klein vergrijp gaat of als de verdachte al genoeg gestraft is. Soms verbindt de officier voorwaarden aan het seponeren. Als de verdachte de voorwaarden opvolgt zal hij niet vervolgd worden, doet hij dat niet, dan komt de zaak alsnog voor de rechter. In dit geval wordt gesproken van een voorwaardelijk sepot. -transactie, bij minder zware delicten kan de officier van justitie besluiten een transactie aan te bieden. Dit heeft meestal de vorm van een geldboete wordt ook wel schikking of voortijdige afdoening genoemd. Als de verdachte het voorstel aanvaardt, hoeft hij namelijk niet voor de rechter te verschijnen. Een verdachte mag overigens een transactie voorstel weigeren. Zijn zaak komt dan alsnog voor de rechter. De officier mag een transactie aanbieden bij overtredingen en lichte misdrijven. Hij dot dit om de rechters werk uit handen te nemen. Deze houden dan meer tijd over voor de zware criminaliteit. -vervolgen, de officier kan tenslotte besluiten de verdachte voor de rechter te brengen. Hij stuurt het dossier dan naar de rechtbank en er komt een rechtszaak. Wat is de opsporingsbevoegdheid? Dit wil zeggen dat politieambtenaren bevoegd zijn om in het kader van het opsporingsonderzoek bepaalde opsporingsmethoden toe te passen. Daarbij gaat het niet alleen om het arresteren of in hechtenis nemen van een verdachte, maar ook bijv. het doorzoeken van de boekhouding bij een verdenking van fraude of het afluisteren van een telefoon van een grote drugshandelaar. Veel van deze opsporingsmethoden staan op gespannen voet met de mensenrechten. Daarom mag de politie deze alleen toepassen als ze toestemming daarvoor hebben gekregen van de hoofdofficier van justitie (de hoogste ambtenaar van het Openbaar Ministeren in een politieregio). Wat is een opsporingsonderzoek en met welke mogelijkheden werd het in de jaren ‘80/’90 uitgebreid? Het opsporingsonderzoek is het proces-verbaal wat de officier verder moet onderzoeken, omdat er meestal niet precies duidelijk is wat er is gebeurd. De mogelijkheden waarmee het in de jaren ‘80/’90 werd uitgebreid waren: -vaker gebruik van richtmicrofoons -vaker infiltranten inzetten (personen die ongemerkt een misdaadorganisatie binnendringen om informatie over die organisatie te verzamelen) -het kopen van verboden middelen (drugs) om daarmee vertrouwen te winnen in de organisatie -gecontroleerde doorvoer -informanten meer geld gaan betalen -inkijkoperaties uitvoeren -kroongetuigen (een crimineel strafvermindering geven of niet vervolgen als deze een belastende verklaring aflegt tegen een grotere crimineel dan hijzelf) Wat was de Commissie van Traa? Dit was een speciale enquêtecommissie van de Tweede Kamer die verschillende methodes onderzocht en concludeerde dat er sprake was van een crisis in de opsporing. DE commissie besloot dat de opsporing effectiever moest worden, dan de regels ervoer duidelijker moesten zijn en de samenwerking tussen politie en justitie beter moest verlopen. Justitie besloot daarop om in het Wetboek van Strafvordering zorgvuldig te regelen welke bijzondere opsporingsmethoden op welk moment zijn toegestaan. Verder zouden er scherpe richtlijnen komen waarin staat hoe de medewerkers van politie en justitie zich moeten gedragen als zij bezig zijn met opsporing. Tenslotte besloten het ministerie van Justitie, het Openbaar Ministerie en de politie hun beleid beter op elkaar af te stemmen, zodat het Openbaar Ministerie meer gezag kreeg over het opsporingsonderzoek.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.