Geschiedenis………Viva l´Italia
Kenmerken van staatsvorming:
• Centraal gezag
• Leger
• Belasting
• Beperkt grondgebied
Staat= politiek bestuurlijke eenheid, bestaand uit een gebied met vaste grenzen
Natie= mensen met een gemeenschappelijke taal, cultuur en geschiedenis
Franse revolutie: (later oorzaak staatsvorming) • Vrijheid (liberalisme) • Gelijkheid (socialisme) Napoleon 1815 Waterloo • Broederschap (nationalisme) 1815: Congres van Wenen, terug naar voor 1789 (conservatisme) Politiek Oostenrijks- Italiaanse staten: • Alleen Oostenrijkse ambtenaren • Niet reizen naar andere staten • Taal Duits • Geen moderne Italiaanse geschiedenis
1815-1845 gezamenlijke naam en geloof, geen standaard taal
§2
Risorgimento= de wederopstanding van Italië
Kwam tot stand door:
Liberalisme, grote invloed volk, grondwet, vrije economie
Romantiek, verleden en traditie, tegen geweld
Nationalisme, natie voorop, vaderland
Mazzini: 3e Rome, republiek, hele volk
Gioberti: verbetering economie, federatie, Paus
Cavour: economisch, monarchie, koning van Piedmont
1820, 1821, 1830, revoluties door Oostenrijk neergeslagen
1848 Revolutie tot in Oostenrijk (Oostenrijkse regering was net omver geworpen) Revolutie mislukt toch:, al is Rome nog enige tijd een Republiek • De Paus tegen, boeren dus ook tegen (later is de paus afgezet) • Koning Albert in twijfel getrokken (conservatief) • Oostenrijk snel hersteld • Verdeeldheid vrijheidsbeweging
Maar, het mislukken versterkt de natie. 1852, Cavour leider Piedmont, Verdrag met Frankrijk: Nice en Savoye aan Frankrijk, steun van Fr tegen Oostenrijk
Oorlog Oostenrijk……..Piedmont wordt uitgebreid
Garibaldi: vanuit het Zuiden verenigen, boeren vechten mee voor betere omstandigheden. Rome wordt ontzien.
1860, Zuiden en Noorden ontmoeten elkaar, personen op de vleugels van omstandigheden zorgen voor de eenwording van Italië.
1861, staat uitgeroepen
1866, Venetië erbij (verband met Pruisen tegen Oostenrijk) 1870, Rome erbij (Frankrijk trok uit Rome door oorlog tegen Pruisen) §3 3 verschillende regeringsvormen: • 1861-1922 constitutionele monarchie met parlement met meerderheid liberalen • 1922-1943 fascistisch regime van Mussolini • 1945-nu Democratische republiek met tot 1994 C.D. als grootste partij
Bij de dienstplicht legerschool (Italiaans) Soldaten gelegerd en gemengd in andere regio’s: • geen kant kiezen eigen volk • menging van culturen
Vanaf 1925 iedereen kiesrecht, Mussolini trekt zich echter weinig van het parlement. Vanaf 1946 echt democratie, iedereen kiesrecht. De staat werkt versterkt door belastingen uit te geven aan: • Infrastructuur • Leger • Ambtenaren
De communisten waren geen bedreiging omdat ze vooral op lokaal niveau macht hadden. 1870 Betere spoorwegen
na 1945 autowegen
Fascistische staat: coöperatie en autarkie Vanaf 1950 en 1960 veel industrialisatie
1929 Vaticaanstad
Analfabetisme was vooral in het Zuiden groot obstakel. Onderwijs zorgt voor natievorming. Want met krijgt dezelfde normen en waarden, taal en gemeenschappelijke geschiedenis. Monumenten benadrukken ’t gemeenschappelijk verleden. Direct bedoeld: onderwijs en dienstplicht
Indirect: media, economische ontwikkeling
Politiek Economie Cultuur
Liberale periode Leger (sn) kiesrecht, belastingen en registratie (s) Infrastructuur (sn) Onderwijs, monumenten en geschiedwetenschap (n)
Fascistische periode Leger (sn) kiesrecht en verdrag met kerk(s) Infrastructuur(sn) Onderwijs en omgangwetenschap (n)
Ch.D periode Leger (sn) kiesrecht en regeerperiode DC(s) Infrastructuur(sn)
Migratie (n) Onderwijs en televisie (n)
Fascisme= Militarisme, nationalisme, het streven naar volkseenheid (racisme)
§4
Vanaf 1880, probeerde Italië koloniën te veroveren bijvoorbeeld Eritrea. (modern imperialisme (1870-1914))
1882, landgenootschap met Duitsland en Oostenrijk
1914, Toch meevechten met Engeland en Frankrijk
Lid Volkenbond maar meer om te slijmen. Vrede van Versailles: weinig voor Italië, de gebieden die men kreeg werden erg geïtalianiseerd, tegenvaller versterkte de natie. In 1939 (na o.a. veroordeling kolonisering Ethiopië) bondgenootschap Duitsland. Na WO 2 lid Verenigde Naties, in 1949 NAVO
Interventionist= iemand die pleit voor ingrijpen van een staat in een conflict
Volkenbond: internationale conflicten op vreedzame wijze oplossen
NAVO: door samenwerking het communisme in bedrang houden
VN: door internationale samenwerking, vrede veilig stellen
1957. EEG eerst tegen maar pakte goed uit voor de economie. Italianen hebben weinig vertrouwen in eigen staat. Toerisme in Italië goed voor de economie en goede reclame
Belangrijke jaartallen: 1815 Congres van Wenen, einde Napoleon tijd
1848 Revolutie, mislukt
1870 Italiaanse eenwording (ook Duitse) 1919 Verdrag Marseille, einde WO1
1922 Mussolini aan de macht
1945 Eind WO2
Staat= politiek bestuurlijke eenheid, bestaand uit een gebied met vaste grenzen
Natie= mensen met een gemeenschappelijke taal, cultuur en geschiedenis
Franse revolutie: (later oorzaak staatsvorming) • Vrijheid (liberalisme) • Gelijkheid (socialisme) Napoleon 1815 Waterloo • Broederschap (nationalisme) 1815: Congres van Wenen, terug naar voor 1789 (conservatisme) Politiek Oostenrijks- Italiaanse staten: • Alleen Oostenrijkse ambtenaren • Niet reizen naar andere staten • Taal Duits • Geen moderne Italiaanse geschiedenis
1815-1845 gezamenlijke naam en geloof, geen standaard taal
Romantiek, verleden en traditie, tegen geweld
Nationalisme, natie voorop, vaderland
Mazzini: 3e Rome, republiek, hele volk
Gioberti: verbetering economie, federatie, Paus
Cavour: economisch, monarchie, koning van Piedmont
1820, 1821, 1830, revoluties door Oostenrijk neergeslagen
1848 Revolutie tot in Oostenrijk (Oostenrijkse regering was net omver geworpen) Revolutie mislukt toch:, al is Rome nog enige tijd een Republiek • De Paus tegen, boeren dus ook tegen (later is de paus afgezet) • Koning Albert in twijfel getrokken (conservatief) • Oostenrijk snel hersteld • Verdeeldheid vrijheidsbeweging
Maar, het mislukken versterkt de natie. 1852, Cavour leider Piedmont, Verdrag met Frankrijk: Nice en Savoye aan Frankrijk, steun van Fr tegen Oostenrijk
Oorlog Oostenrijk……..Piedmont wordt uitgebreid
1866, Venetië erbij (verband met Pruisen tegen Oostenrijk) 1870, Rome erbij (Frankrijk trok uit Rome door oorlog tegen Pruisen) §3 3 verschillende regeringsvormen: • 1861-1922 constitutionele monarchie met parlement met meerderheid liberalen • 1922-1943 fascistisch regime van Mussolini • 1945-nu Democratische republiek met tot 1994 C.D. als grootste partij
Bij de dienstplicht legerschool (Italiaans) Soldaten gelegerd en gemengd in andere regio’s: • geen kant kiezen eigen volk • menging van culturen
Vanaf 1925 iedereen kiesrecht, Mussolini trekt zich echter weinig van het parlement. Vanaf 1946 echt democratie, iedereen kiesrecht. De staat werkt versterkt door belastingen uit te geven aan: • Infrastructuur • Leger • Ambtenaren
De communisten waren geen bedreiging omdat ze vooral op lokaal niveau macht hadden. 1870 Betere spoorwegen
na 1945 autowegen
Fascistische staat: coöperatie en autarkie Vanaf 1950 en 1960 veel industrialisatie
1929 Vaticaanstad
Analfabetisme was vooral in het Zuiden groot obstakel. Onderwijs zorgt voor natievorming. Want met krijgt dezelfde normen en waarden, taal en gemeenschappelijke geschiedenis. Monumenten benadrukken ’t gemeenschappelijk verleden. Direct bedoeld: onderwijs en dienstplicht
Indirect: media, economische ontwikkeling
Politiek Economie Cultuur
1914, Toch meevechten met Engeland en Frankrijk
Lid Volkenbond maar meer om te slijmen. Vrede van Versailles: weinig voor Italië, de gebieden die men kreeg werden erg geïtalianiseerd, tegenvaller versterkte de natie. In 1939 (na o.a. veroordeling kolonisering Ethiopië) bondgenootschap Duitsland. Na WO 2 lid Verenigde Naties, in 1949 NAVO
Interventionist= iemand die pleit voor ingrijpen van een staat in een conflict
Volkenbond: internationale conflicten op vreedzame wijze oplossen
NAVO: door samenwerking het communisme in bedrang houden
VN: door internationale samenwerking, vrede veilig stellen
1957. EEG eerst tegen maar pakte goed uit voor de economie. Italianen hebben weinig vertrouwen in eigen staat. Toerisme in Italië goed voor de economie en goede reclame
Belangrijke jaartallen: 1815 Congres van Wenen, einde Napoleon tijd
1848 Revolutie, mislukt
1870 Italiaanse eenwording (ook Duitse) 1919 Verdrag Marseille, einde WO1
1922 Mussolini aan de macht
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden