Leertaken hoofdstuk 4

Beoordeling 7.1
Foto van een scholier
  • Opdracht door een scholier
  • 4e klas vwo | 708 woorden
  • 21 maart 2004
  • 16 keer beoordeeld
Cijfer 7.1
16 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Leertaken hoofdstuk 4 Groei Leertaak A De muis en de olifant Doel In deze leertaak gaat het om de relatie tussen de grootte van het lichaam en het warmteverlies. Ook kijk je naar de hoeveelheid voedsel van spitsmuizen en olifanten in relatie tot hun lichaamsgrootte. Aan de slag 1. A De olifant, als je naar de verschillen in de verhoudingen kijkt van de spitsmuis en de olifant zie je dat het huidoppervlak van de olifant een aantal keer groter is dan dat van de muis. Het aantal keer dat het volume van de olifant groter is dan dat van de spitsmuis is veel groter. B De spitsmuis zal meer warmte kwijtraken via de huid dan de olifant, omdat deze in verhouding tot zijn volume meer huid heeft dan de olifant. 2. Ja, bij het kleine bekerglas is er in verhouding meer glas dan bij het grote bekerglas dus dat betekent dat hier hetzelfde geldt als bij 1B. 3. A De spitsmuis, die heeft in verhouding tot zijn volume veel huid waar hij warmte door kan verliezen. B De spitsmuis, omdat de spitsmuis meer warmte verliest moet er ook meer verbranding plaats vinden om zich weer warm te maken. Maar omdat de spitsmuis in verhouding minder volume heeft zal er per cel meer verbranding plaats moeten vinden om de temperatuur weer op peil te krijgen. C In verhouding eet de spitsmuis meer voedsel om zichzelf warm te houden dan een olifant. Een olifant eet maar een klein deel van zijn lichaamsgewicht aan voedsel, een spitsmuis daar in tegen kan wel meer dan zijn eigen lichaamsgewicht aan voedsel eten. Deze relatie is relatief omdat de spitsmuis in werkelijkheid niet meer voedsel eet dan olifant. Reflectie 1. Je kunt dieren en dergelijke van verschillende grote en gewicht beter vergelijken. 2. Je krijgt geen precieze getallen en het kan soms een beetje verwarrend zijn. 3. Een mier kan enkele malen zijn eigen lichaamsgewicht tillen en is dus sterk.
Leertaak C De groeisnelheid van bacteriën Doel 1. Het aantonen van bacteriën op verschillende plaatsen in de school. 2. Het berekenen van de snelheid waarmee bacteriën zich delen. Aan de slag 1. Wendy Onder de verwarming naast de grote trap
Stefanie Op een tafel in de grote aula
Ilse Onder de WC-pot
Amber Tussen de kluisjes
Lennart Op de kluisjes
Lucy In een kluisje
Ima Op de grond bij een kluisje onder de verwarming
Nathalie In een vitrinekast tussen een paar botten
Jamie Hal bij de deur
Judith Hal bij de andere deur
Lisanne Op de wastafel bij de WC's
Marloes Op de grond bij de WC's
Femke Bij de prullenbak in de aula
Merel Bij de conciërge
Julisa Bij het kopieerapparaat in de lerarenkamer
Judith P Kast van de bezems
Michelle In een hoek in de mediatheek

Britt Keuken Top vijf: 1. Kast van de bezems
2. Op de grond bij de WC's
3. Tussen de kluisjes
4. Op de kluisjes
5. Onder de verwarming naast de grote trap
2. - 3. Wendy 104
Stefanie 45
Ilse 46
Amber 141
Lennart 65
Lucy 60
Ima 62
Nathalie 8
Jamie 46
Judith 47
Lisanne 28
Marloes 23
Femke - Merel 54
Julisa 36
Judith P 142
Michelle 56
Britt 33
Wendy 9
Stefanie 4
Ilse 3
Amber 5
Lennart 4
Lucy 3
Ima 3
Nathalie 2
Jamie 5
Judith 4
Lisanne 2
Marloes 2
Femke - Merel 4
Julisa 3
Judith P 5
Michelle 6
Britt 3 Top vijf: 1. Kast van de bezems
2. Tussen de kluisjes
3. Onder de verwarming naast de grote trap
4. Op de kluisjes

5. Op de grond bij een kluisje onder de verwarming
4. A De grootste kolonie is 2,4 cm
B 24 : (3x10 ) = 8.000.000
C 4.000.000
D 4.000.000
E x 4.000.000² = 5,0 x 10¹³ 5. Log 5 x 10¹³ / Log 2 = 45,51 n = 45,51
6. 45,51 / 6 = 7,585 delingen per dag Reflectie 1. Doordat de bacteriën zich gaan delen ontstaan grote bacterie kolonies, die omdat ze zo groot zijn schadelijk kunnen zijn. Daarom moet het dekseltje op het petrischaaltje blijven zitten. Dit leverde geen problemen op omdat je gemakkelijk door het glas kon kijken. 2. De nummer één had ik goed voorspelt. Van de andere vier had ik er drie in mijn top vijf staan, maar die stonden niet op de goede plek. 3. Het was heel lastig tellen omdat er een heleboel over elkaar zaten of tegen elkaar aan geplakt lagen. Door heel goed te kijken kon ik ze toch van elkaar onderscheiden. 4. Ja, door de verschillen in de lengtes van de staven kun je makkelijk zien waar de meeste en waar de minste bacteriën zitten. 5. De bacteriën delen zich niet met een constante snelheid. 6. Nee

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.