Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

Suikerziekte

Beoordeling 6.9
Foto van een scholier
  • Spreekbeurt door een scholier
  • 4e klas havo | 1397 woorden
  • 20 mei 2003
  • 200 keer beoordeeld
Cijfer 6.9
200 keer beoordeeld

Spreekbeurt over Suikerziekte:

Een andere naam voor suikerziekte is Diabetes Mellitus. Het is de meest voorkomende chronische ziekte in Nederland, zover bekend hebben meer dan 300.000 mensen het. De eerste symptomen van diabetes zijn: veel plassen, dorst, vermoeidheid, jeuk en vermagering.

Al ver voor onze jaartelling was diabetes mellitus al bekend, er was alleen geen naam voor. Ze hadden in die tijd nog geen goede apparatuur om vast te stellen of iemand diabetes had, als iemand de symptomen vertoonden, proefden de doktoren wat van de urine van de patiënt, als dit zoet smaakten had hij diabetes.

In het jaar 2 na Chr. werd de naam diabetes verzonnen, diabetes betekent letterlijk doorstroom. Een aantal jaren later werd het woord mellitus toegevoegd, mellitus betekent honingzoet.
Maar waarom word suikerziekte ook wel diabetes mellitus genoemd, wat doorstroom van honingzoet betekent? Dat heeft te maken met insuline.

Insuline word door de alvleesklier gemaakt en dan in het bloed afgegeven. Insuline zorgt ervoor dat de glucose door de lichaamscellen kan worden opgenomen. Glucose wordt gevormd uit koolhydraten. Een lichaamscel is net een huis met een deur. Die deur moet worden geopend met een sleutel. Insuline is eigenlijk een sleutel. En zonder sleutel gaat de deur van de cel niet open. Als je geen insuline hebt dan blijft de glucose in het bloed en stijgt de bloedglucose. Ik zei net al dat de insuline word gemaakt in de alvleesklier. Om wat preciezer te zijn word insuline gemaakt in de zogenaamde Bèta cellen, dit zijn een soort eilandjes die in het midden van de alvleesklier liggen. Ze worden daarom ook wel de eilandjes van Langerhans genoemd. Ze zijn vernoemd naar de onderzoeker Paul Langerhans. Insuline heeft meer taken dan alleen zorgen dat de glucose in de cellen komt. Insuline zorgt er ook voor dat in de spiercellen, levercellen en vetcellen een voorraadje energie word opgeslagen. Als je dan een tijdje niet eet heb je toch wat extra energie in je lichaam. Insuline stimuleert dus om glucose op te slaan in de vorm van vetten, dat is ook een belangrijke energiebron om de cellen in ons lichaam draaiende te houden.

Er zijn twee verschillende soorten diabetes. Diabetes type 1 en diabetes type 2. Bij diabetes type 1 maakt de alvleesklier helemaal geen insuline meer en mensen die dat hebben moeten elke dag meerdere keren insuline spuiten. Hoe vaak dat moet is bij iedereen anders. Het meest gebruikte patroon is dat men 4 keer per dag spuit, voor de maaltijden met kortwerkende insuline en voor het slapen gaan met middellang werkende insuline. Met kortwerkende insuline spuit je in je buik, met middellang werkende insuline in je bil of been. Deze vorm ontstaat meestal bij jongere mensen tussen de 1 en 40 jaar. Ik noemde net de soorten insuline kortwerkend en middellang werkend, er is ook ultrakort werkende en lang werkende insuline. Dat geeft de snelheid aan waarmee de insuline aan het werk gaat en hoe lang de insuline blijft werken.
Bij diabetes type 2 maakt de alvleesklier in het begin nog wel insuline aan, maar te weinig of reageert het lichaam er niet meer op. Daarom maakt de alvleesklier extra insuline aan en raakt daardoor uitgeput waardoor ook bij deze vorm van diabetes een tekort aan insuline ontstaat, en word daardoor ook insuline afhankelijk. Bij deze vorm kan de behandeling al voldoende zijn door af te vallen, veel te bewegen en gezond te eten.het komt bij deze vorm ook wel voor dat mensen tabletten slikken. Je hebt verschillende soorten tabletten. Zoals die ervoor zorgen dat het lichaam meer insuline maakt, of dat de glucose beter in de cellen wordt opgenomen, of dat de glucose minder snel vanuit het voedsel in het bloed terechtkomt. Deze vorm van diabetes komt meestal voor op oudere leeftijd, ook kunnen dingen als overgewicht, te weinig bewegen en erfelijkheid een rol spelen.
Sowieso moeten alle mensen met diabetes erop letten dat ze genoeg bewegen, niet te zwaar worden en gezond eten.

Mijn overgrootvader had ook type 2 diabetes mellitus. Zijn dieet was een ontbijt van havermoutpap met 2 eieren. Ongeveer 3 sneetjes brood. Aardappelen, groente en vlees. Drie keer per dag een extra sneetje brood. Helemaal geen extra suiker of dingen waar suiker in zaten. Alles moest precies afgewogen worden.

Als je diabetes mellitus hebt moet je dus zorgen dat er weer genoeg insuline in je bloed komt, dat kan met behulp van een injectiespuit, maar de meeste mensen gebruiken een injectiepen, die is gebruiksvriendelijker. Maar om te weten hoeveel insuline je moet spuiten moet je eerst kijken hoe hoog je bloedglucose is, dat doe je met behulp van een bloedglucosemeter. Daar moet je een teststrookje in doen. Dan prik je met een prikpen een gaatje in je vinger prikken zodat er bloed uitkomt. Dan doe je een druppel bloed op het teststrookje en na een paar seconden kun je aflezen hoe hoog je bloedglucose is. Sommige bloedglucosemeters kunnen de testresultaten onthouden of direct kunnen doorverzenden naar een computer. Als je dan weet hoeveel insuline je moet spuiten moet je de naald op de injectiepen zetten en instellen hoeveel insuline je moet spuiten. De insuline wordt vlak onder de huid ingespoten, daarna komt het vanzelf via het bloed in je lichaam. Er wordt meestal in een been of buik geprikt, elke keer op een andere plaats. Er zijn verschillende insulinepennen voor verschillende soorten insuline. Er zijn ook verschillen in vorm kleur en naaldlente. Sommige pennen zijn niet geschikt voor mensen die veel insuline moeten spuiten. Er zijn ook wegwerppennen en naaldloze injectiespuiten. Bij naaldloze injectiespuiten wordt de insuline door de huid geduwd door middel van gasdruk.

Er bestaan ook insuline pompen. Een insulinepomp een klein draagbaar kastje, dat via een naaldje in de buik met het lichaam wordt verbonden. De meeste pompen zijn acht bij vijf cm. In de pomp zit een insulinepatroon dat langzaam wordt leeg gedrukt zodat er continu een vleugje insuline wordt afgegeven. Daarnaast kan de gebruiker zelf insuline ‘bijklikken’ wanneer dat nodig blijkt, zoals bij maaltijden. Toch kan de pomp de alvleesklier niet vervangen, omdat als je wilt bijklikken toch nog altijd eerst je bloedglucose moet meten.

Je bloedglucose moet normaal tussen de 4 en 10 mmol/l (millimol per liter). Als op een moment je bloedglucose heel laag is, krijg je een hypo, dan zit je bloedglucose op 3,5 mmol/l. De volgende kenmerken kunnen zich dan voordoen: wisselend humeur, hoofdpijn, moeheid, bleekheid, honger, zweten, slecht zien, duizeligheid en beven. Dan moet je wat eten, of iets zoets drinken. Als je bloedglucose te hoog is krijg je een hyper, dan zit je bloedglucose op 15 mmol/l. De volgende kenmerken kunnen zich voordoen: slaperigheid, moeheid, droge tong/mond, vaak plassen en meer dorst. Dan moet je insuline spuiten. Als je daar te lang mee wacht kan je het bewustzijn verliezen.

De gevolgen van diabetes op lange termijn zijn: blindheid, door slechte doorbloeding van de ogen. En omdat soms de voet ook niet goed doorbloed wordt kan het zijn dat een wondje niet goed geneest en dan moet de teen of voet worden geamputeerd.

Het is ook mogelijk om de alvleesklier van een donor te krijgen. Het is ook mogelijk om alleen de eilandjes van Langerhans te transplanteren, daarvoor moeten ze worden geïsoleerd uit de alvleesklier. Bij proefdieren is dit zeer succesvol gebleken, maar bij mensen is dit veel moeilijker. Er komt veel bij kijken, zoals de manier om het beste de eilandjes te isoleren, de alvleesklier bestaat voor minder dan 4% uit eilandjes. De vraag op welke plaats moeten de eilandjes worden getransplanteerd is ook van belang. Als de eilandjes met succes zijn geïsoleerd zitten zij in een mengseltje van 10 ml. Ze moeten ergens dicht in de buurt van bloedvaten zitten om goed het glucosegehalte in het bloed aan te kunnen voelen en ze moeten snel insuline af kunnen geven aan het bloed. De techniek die nu het meeste word gebruikt is dat het mengseltje word geïnjecteerd en dan worden ze met het bloed vervoerd en nestelen zich in de lever. Dan volgt ook nog eens het probleem van afstoting, daar zijn medicijnen tegen. In de periode 1990-1997 zijn ruim 200 eilandjestransplantaties uitgevoerd, slechts 8% van de patiënten hoefde na een jaar geen insuline meer te spuiten. Transplantaties van de alvleesklier of de eilandjes gaan bijna altijd samen met een niertransplantatie. Dat komt omdat de nieren kunnen beschadigen door de diabetes, soms zo erg dat de nieren er helemaal mee ophouden.

REACTIES

M.

M.

hoihoi,
wat een leuke spreekbeurt had jij

19 jaar geleden

J.

J.

ik moest ook een spreekbeurt houden over suikerziekte deed ik het en ik heb een paar dingen van jou overgenomen wand dat waren intersantte dingen om over te vertellen als ik een cijfer moest geven gaf ik jou wel een dikke 9
hihi groetjes jessica schutte

19 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.