Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

Romeinse kunst

Beoordeling 4.2
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • Klas onbekend | 1210 woorden
  • 4 mei 2003
  • 56 keer beoordeeld
Cijfer 4.2
56 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Tempels Net als de Grieken hebben ook de Romeinen veel tempels gebouwd, gewijd aan een van hun goden, en in uiteenlopende groottes. Alle Romeinse tempels liggen op een verhoogd plateau, met een trap naar de ingang. Van de meeste tempels zijn alleen ruïnes bewaard gebleven. Sommige tempels zijn later tot kerk verbouwd, en daardoor beter bewaard
Rondom het Forum Romanum, het centrale marktplein, stond een aantal tempels, waaronder die van Vespasianus, uit de 1e eeuw na Chr. Hiervan zijn nu nog enkele Corinthische zuilen te zien. Het Pantheon Het hoogtepunt van de Romeinse tempelbouw is het Pantheon in Rome. Het is een ronde koepeltempel, gewijd aan de zeven "planeetgoden" (Mecurius, Venus, Mars, Jupiter, Saturnus, Uranus, Neptunus en Pluto) en gebouwd tijdens de regering van keizer Hadrianus, die regeerde van 117 tot 138 n. Chr. De koepel heeft een middellijn van ongeveer 43 meter. Boven in de top zit een ronde lichtopening met een diameter van ca. 9 meter. Pas in de 20e eeuw zijn deze dimensies met het bouwen met beton overtroffen! De koepel van het Pantheon bestaat uit een constructie van diepe cassetten waartussen beton is gestort. In de ca. 6 meter dikke muur waar de koepel op rust zijn acht diepe nissen uitgespaard, waarvan één de ingang bevat. De spatkracht van de koepel wordt door in het koepelgewelf verwerkte bogen op geconcentreerde punten op de zware muurdelen tussen de nissen overgebracht. De tempels bestaan in verschillende vormen, van klein naar groot. De vorm van de tempel was rechthoekig of rond. 1. tympaan2. hoofdgestel 3. monolietzuil4. stereobaat

Het gebouw stond altijd op een stereobaat, het voorfront laat zuilen zien met daarop een hoofdgestel. 1. akroterion2. cimaas3. tympaan4. geison5. fries6. architraaf 7. abacus8. echinus9. voluut10. zuilschacht11. cannelures
De zuilen zijn opgebouwd uit een basement, een schacht en een kapiteel. De schacht kan uit één stuk bestaan (monoliet) of uit verschillende trommels. Het hoofdgestel is te verdelen in architraaf, fries, geison, timpaan en cimaas. Aan de voet en de bovenkant van het hoofdgestel staan meestal akroterions. 1.Fronton, 2. Halfzuil, 3. Blokvormige onderbouw
Romeinse bouwwerken bestaan uit eenvoudige bouwvormen, of een samenstelling daarvan. Een verschil tussen Romeinse tempels en Griekse tempels is echter dat de Romeinse een duidelijke hoofdgevel en een hoofdingang hebben. Verder hadden Romeinse tempels geen stereobaat, maar een blokvormige onderbouw. 3. Theaters
Het Romeinse theater heeft ongeveer dezelfde opzet als het Griekse. Nieuw is het theater waarbij voor het schuine vlak van de zitplaatsen niet gebruik werd gemaakt van een natuurlijke berghelling. In plaats daarvan werd een hoog opgaande constructie gebouwd, waarbij de zitplaatsen door buitentrappen konden worden bereikt. In Rome is nog de ruïne van het Marcellus-theater bewaard gebleven, voltooid in 13 v. Chr. 4. Amfitheaters
In het amfitheater werden allerlei spelen gehouden, met gladiatoren, wilde dieren of andere attracties voor het Romeinse volk. De tribunes bevinden zich hier in een aaneengesloten ovaalvorm rondom de arena. Eerst waren deze van hout, maar tijdens het keizerrijk werd meestal steen toegepast. 5. Badhuizen
Een belangrijk deel van het openbare leven in het Romeinse Rijk speelde zich af in de badhuizen, ook wel thermen genoemd. Oorspronkelijk werden ze alleen gebruikt voor het baden, maar tijdens het keizerrijk werden het tevens centra voor allerlei vormen van ontspanning, sport en cultuur. De grote badhuizen bevatten behalve koude baden ook zalen voor lauwe en warme baden, voor warme luchtbaden, en verder turnzalen, vergaderzalen, bibliotheken en ruime wandelgangen
Door de vele verschillende functies zijn alle badhuizen ook heel verschillend gebouwd. Heel beroemd zijn de kolossale thermen van Caracalla in Rome uit het begin van de 3e eeuw na Chr., waarvan nu alleen nog de ruïnes te zien zijn. Het grootste thermengebouw in Rome waren de thermen van Diocletianus uit het begin van de 4e eeuw na Chr. Het tempidarium, de zaal voor de lauwe baden, is in de 16e eeuw door Michelangelo tot kerk verbouwd: de Santa Maria degli Angeli. Deze had een stenen gewelf met een overspanning van 27 meter. 6. Paleizen
Van de paleizen en buitenverblijven van de Romeinse keizers is niet veel bewaard gebleven. Door middel van de ruïnes en uit de beschrijvingen kan er wel een beeld van worden gevormd. De bekendste ruïnes zijn wel het Tivoli bij Rome en de resten van het paleis van Diocletianus in Split (Joegoslavië). 7. Woningen
Van de Romeinse woningbouw is vrij veel bekend, vooral door de opgraving van de steden Popeji, Herculanum en Stabiae, die in 79 na Chr.bij de uitbarsting van de vulkaan de Vesuvius werden bedolven onder een asregen en een dikke laag modder. De woningen van de rijke Romeinen waren, naar het Griekse voorbeeld, vaak rondom een open binnenhof gebouwd, het atrium. Daarachter lag nog een tweede binnenhof, de peristylium. Alle kamers kwamen uit op deze binnenhoven. De woningen in de volkswijken in het Romeinse Rijk waren vaak woonblokken van drie, vier of vijf verdiepingen. Het waren vaak slecht gebouwde, vuile, en donkere gebouwen. 8. Ingenieurswerken
De Romeinen waren behalve bouwtechnisch ook erg goed in organiseren. Dit is vooral te zien aan de organisatie van de watervoorziening. Als bij een stad in het Romeinse Rijk in de directe omgeving geen goed drinkwater beschikbaar was, werd dit uit de omgeving naar de stad gevoerd via aquaducten. Dit waren stenen waterleidingen op pijlers en bogen. Rome bezat in de 3e eeuw na Chr. elf aquaductsystemen, die bij elkaar een capaciteit hadden van anderhalf miljoen kubieke meter water (!) per dag. Op verschillende plaatsen zijn deze aquaducten nog te zien, zoals het beroemde Pont du Gard bij Nîmes, uit de 1e eeuw na Chr. Een ander voorbeeld van de ingenieurskwaliteiten van de Romeinen is het stelsel van wegen dat zij over bijna heel Zuid- en West-Europa hebben aangelegd. Deze wegen waren in de eerste plaats bedoeld om troepen snel te kunnen verplaatsen. 9. Triomfbogen en -zuilen

Ter ere van de keizers en ter herdenking van belangrijke overwinningen werden in de Romeinse steden triomfbogen opgericht. Bekend zijn in Rome de triomfboog van Titus, ter herinnering aan zijn inname van Jeruzalem in 70 na Chr., en de triomfboog van Septimus Severus ter herdenking aan de overwinning op de Parthen in 203 na Chr. Ter herinnering aan keizer Trajanus' overwinningen op de Daciërs werd in 114 na Chr. in Rome de beroemde zuil van Trajanus opgericht. In 176 werd een soortgelijke zuil opgericht voor keizer Marcus Aurelius. De Trajanuszuil ligt aan de noordzijde van het Forum Trajanus. De zuil bestaat uit 18 blokken marmer. In de zuil zit een wenteltrap. Op een spiraalsgewijs omhoog slingerende, doorlopende reliëfvoorstelling zijn de veldtochten van keizer Trajanus tegen de Daciërs afgebeeld. 10. Grafmonumenten
De Romeinen begroeven hun doden buiten de steden op grote, gemeenschappelijke begraafplaatsen. De rijke burgers bouwden grafmonumenten, vaak langs de bekende Via Appia, de weg naar het zuiden. Vele hiervan zijn bewaard. Een voorbeeld is het zeer grote grafmonument dat keizer Hadrianus in 136 na Chr. voor zichzelf en zijn familie liet bouwen, net buiten de stadsmuren op de rechteroever van de Tiber. Oorspronkelijk was dit gebouw helemaal bekleed met marmer en versierd met een groot aantal beelden. Deze zijn echter allemaal verdwenen
In de vijfde eeuw werd dit gebouw een vesting. Door de plaatsing van een groot engelenbeeld op de top, van aarstengel Michaël, kreeg het de naam "Castel San Angelo". In de Middeleeuwen was het een vluchtplaats voor de pausen in tijden van gevaar, het heeft dan ook een ondergrondse verbinding met het Vaticaan.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.